Protesten in Georgië tegen ‘buitenlandse agenten’-wet
Duizenden mensen zijn dinsdag in Georgië de straat opgegaan om te protesteren tegen een wetsvoorstel dat gericht is op het indammen van de invloed van „buitenlandse agenten”. Tegenstanders vrezen dat de wet gebruikt kan worden om critici van de regering het zwijgen op te leggen.
Een meerderheid van de volksvertegenwoordigers in het Georgische parlement keurde dinsdag het wetsontwerp met de titel ‘Over transparantie van buitenlandse invloed’ goed. Formeel beoogt de wetgeving dat organisaties financiële transacties uit het buitenland openbaar maken. Organisaties kunnen worden aangemerkt als „buitenlandse agenten” als ze meer dan 20 procent van hun financiering uit het buitenland ontvangen.
Critici vrezen dat de wet hetzelfde effect zou kunnen hebben als een soortgelijke wet in Rusland. Daar kunnen alle organisaties of personen die financiële steun ontvangen van het buitenland, of die anderszins onder „buitenlandse invloed” staan, tot „buitenlandse agenten” worden verklaard. Sinds het begin van de oorlog tegen Oekraïne, meer dan een jaar geleden, treedt Rusland steeds harder op tegen kritische geluiden in het land, onder meer met beroepen op de wet tegen buitenlandse agenten.
Burgerrechtenactivisten in Georgië, een voormalige Sovjetrepubliek tegen de Russische grens in de Kaukasus, vrezen ook dat aanname van de nieuwe wet de vooruitzichten op toetreding tot de Europese Unie in gevaar kan brengen.
Duizenden mensen bleven tot diep in de nacht protesteren tegen de geplande wetgeving in de hoofdstad Tbilisi, waarbij de politie traangas en waterkanonnen inzette. Maandag braken er in het parlement zelfs schermutselingen uit tussen afgevaardigden van de regeringspartij en de oppositie.