Noordelijke talapoins zijn de kleinste van alle apensoorten in Afrika. De beestjes worden nog wel eens als huisdier gehouden, maar zijn daar helemaal niet geschikt voor. Tegenwoordig geldt de soort volgens Bionda als kwetsbaar, omdat het in het wild niet zo goed gaat met de talapoins. Apenheul probeert een Europees fokprogramma voor de dieren op te zetten. In het nieuwe parkgedeelte gaan vier talapoins uit Apenheul samenwonen met vier dieren uit een Spaans park.

De grotere West-Afrikaanse franjeapen zijn erg schuw. De soort wordt „kritiek bedreigd” genoemd. In het nieuwe parkgedeelte worden vier franjeapen gehuisvest.

Het staat volgens Bionda nog niet vast wanneer bezoekers de nieuwe loslopende apen kunnen zien. „Het park gaat op 1 april weer open maar we gaan echt de tijd nemen om de talapoins en de franjeapen te laten wennen. Een proef heeft uitgewezen dat talapoins goed kunnen omgaan met mensen in hun leefgebied, maar het blijft afwachten. Extra verzorgers houden de zaak goed in de gaten. Soms gaat het gebied misschien weer even dicht omdat er een maatregel genomen moet worden. Dat moet blijken.”

Apenheul ging in 1971 open en herbergt nu ongeveer 300 apen. Van de 35 soorten in Apeldoorn lopen er in totaal zestien los rond. Behalve de twee nieuwe soorten zijn dat onder meer maki’s, doodshoofdaapjes, leeuwapen en de rode vari. Bezoekers van Apenheul mogen de apen niet lokken, niet voeren, niet aaien en ook niet eten in de losloopgebieden.