Ds. P. den Ouden: We worden niet zalig door, maar ook niet zonder werken
„Christenen worden niet zalig door hun werken, maar ook niet zonder werken”, zei ds. P. den Ouden, hersteld hervormd predikant in Katwijk aan Zee, vrijdagavond in Goes, op de eerste bijeenkomst van de stichting ”Zeeuwse Reveil Lezingen”.
Het is een „valkuil voor de gereformeerde gezindte” om de Bijbel „vooral te zien als een Boek dat over het geestelijk leven gaat, over wedergeboorte, geloof en bekering”, stelde ds. Den Ouden, die een lezing hield over ”Christen zijn in de praktijk”. De Bijbel heeft echter alles te maken met de dagelijkse praktijk van ons leven, zei de Katwijkse predikant.
Als typerend voorbeeld van deze valkuil noemde hij „de manier waarop wij omgaan met de tekst uit 2 Tim. 3:16, waar staat dat „al de Schrift van God is ingegeven”. Ds. Den Ouden: „Deze tekst wordt vaak aangehaald als bewijsplaats van de Goddelijke inspiratie van de Schrift. Maar het is veelzeggend dat het vervolg van die tekst zelden aan de orde komt: Opdat de mens Gods volmaakt zij, tot alle goed werk volmaakt toegerust. Dat is het doel waarom de Heere ons Zijn Woord heeft gegeven: om door dat Woord toegerust te worden tot alle goed werk”, aldus de predikant. „Soms lijkt het wel alsof de Bijbel, of een Bijbelvertaling, een doel is geworden in zichzelf. Dat we druk bezig zijn met de zuiverste vertaling. Maar niet met de praktijk. Wat zal ons dan de zuiverste vertaling baten? De Schrift wil geloofd en geleefd worden.”
Kannibalen
Ds. Den Ouden verwees in dit verband ook naar het leven van John Hunt, ”de apostel van de Fiji-eilanden”. Hunt, in 1812 in een boerengezin in Engeland geboren, vertrok toen hij net getrouwd was, met zijn jonge vrouw, naar de afgelegen Fiji-eilanden in de Stille Oceaan, zo’n 2000 kilometer boven Nieuw-Zeeland. „Hij ging daar onder de kannibalen werken, helemaal van de wereld af. Zijn levensverhaal is werkelijk indrukwekkend. Een leven van onafgebroken zelfopoffering. Hij ontsnapte verschillende keren ternauwernood aan de dood. Hij schreef een catechismus, vertaalde in zijn eentje de hele Bijbel en deed nog veel meer. Hij stierf, 36 jaar jong. Totaal opgebrand. Hij zei op zijn sterfbed: Ik dank God dat ik ben bewaard gebleven voor de vloek van een nutteloos leven.”
Wat we bij Hunt in de praktijk van zijn leven zien, kunnen we in meer theologische taal ook lezen bij Martin Bucer, de reformator van Straatsburg, vriend van Calvijn, zei ds. Den Ouden. „Bucer schreef: De ware theologie is niet theoretisch of beschouwend, maar praktisch en metterdaad.”
Hij verwees ook naar de Engelse bijbelvertaler William Tyndale, die ooit zei: „Op het eerste gezicht lijkt er een groot verschil te zijn tussen het wassen van borden en het preken van het Woord. Maar als het er om gaat wat God het meest behaagt, is er geen enkel verschil.” Ds. Den Ouden: „De Heere wordt juist gediend in het meest alledaagse. (…) Nee, we worden niet zalig door de werken. Maar we worden ook niet zalig zonder de werken. Het geestelijk leven heeft alles te maken met de praktijk. Dat is iets wat in de Bijbel keer op keer wordt herhaald. Ik heb sterk de indruk dat dat bij ons in de prediking en de opvoeding veel te weinig aandacht krijgt.”
Over hóé we in het dagelijks leven God moeten dienen, merkte de hersteld hervormde predikant op dat christenen hun heil niet moeten zoeken in regels, maar zich beter kunnen richten op principes. „Het probleem van regels is dat ze altijd te kort schieten. Er dienen zich voortdurend situaties aan waarin ze niet voorzien. En daarbij: ze zijn vaak spoedig gedateerd en achterhaald. Moeten we weer nieuwe regels gaan bedenken.”
Vóór alles moeten we als gereformeerde gezindte terug naar Christus. „Dat is het allereerste. Want als we dat niet doen zal de rest echt niet baten. Vanuit een levende verbondenheid met Christus, en de dagelijkse omgang met Hem gaan we de dingen pas in het juiste licht zien, en leren we de juiste keuzes maken.”
Het is opmerkelijk dat Calvijn ons geen uitwerkte ethiek heeft nagelaten, zei ds. Den Ouden. „De reformator wilde het leven open houden. Om het geheel van het christelijk leven te typeren, had hij aan drie woorden genoeg: kruisdragen, zelfverloochening en de overdenking van het toekomende leven. En laten wij dan maar eerlijk zijn: die oude woorden van Calvijn lijken uit een volslagen andere wereld te komen, die staan haaks op ons leven. En dat is uitermate ernstig. Want het gaat niet zomaar om wat randzaken. Voor Calvijn maken deze drie woorden de kern van het christenleven uit. Als we deze drie woorden zijn kwijtgeraakt zijn we niet maar een paar woorden kwijtgeraakt, maar het christenleven.”
Toerusting
De lezing van vrijdagavond, die bezocht werd door zo’n tweehonderd mensen, vond plaats in de Westerkerk in Goes. Het was de eerste lezing die door de recent opgerichte stichting ”Zeeuwse Reveil Lezingen” was georganiseerd. De stichting wil via gratis toegankelijke lezingen, omlijst met samenzang en met ruimte voor onderlinge ontmoeting, toerusting bieden op het gebied van praktisch christendom. Het is de bedoeling om in het najaar ook een programma te bieden waarin publicist Bart Jan Spruyt een aantal lezingen verzorgt.