Overstap van aardgas op waterstof kán klimaatprobleem groter maken
Aardgas eruit, waterstof erin. Dat is simpel gezegd het plan waaraan de overheid stap voor stap probeert vorm te geven, met name voor slecht geïsoleerde woningen. Maar daaraan zitten wel flink wat haken en ogen.
De Routekaart Waterstof wijst aan waar het met Nederland naartoe gaat. Industrieën die nu nog aardgas of steenkool als grondstof nodig hebben, moeten in 2030 zijn overgestapt op waterstof. De petrochemische industrie moet af van aardolie als grondstof, de kunstmestindustrie moet de verslaving aan aardgas kwijtraken, en Tata Steel moet de cokes inwisselen voor waterstof. Huishoudens volgen later.
Een prettige bijkomstigheid is dat Nederland beschikt over een fijnmazig gasnet. Dat kan probleemloos overschakelen op waterstof. Alleen het begin- en het eindpunt van het netwerk moeten worden aangepast. Aardgas komt immers uit Groningen; en waterstof uit Eemshaven, Rotterdam of van de Noordzee. En huishoudens moeten aan een nieuwe cv-ketel. Tot zover lijkt er weinig aan de hand: iedereen doet zijn best en het komt wel goed.
Hoewel de klimaatwinst bij de overgang naar waterstof met 96 tot 99 procent enorm is, levert deze transitie een aantal problemen op, die om een oplossing vragen. Allemaal hebben ze te maken met mogelijke lekkage van waterstofgas.