Strengere regels voor kabinetsformaties
Kabinetsinformateurs moeten termijnen krijgen waarbinnen ze hun opdracht afronden. De vertrouwelijkheid tijdens de formatiegesprekken behoeft verbetering. De verkennende fase in de formatie moet zo kort mogelijk zijn. De Tweede Kamer dient een debat te voeren over haar eigen rol in de formatie.
Dat zijn de vier belangrijkste aanbevelingen uit het rapport ”Evaluatie kabinetsformatie 2021/22” dat Kamervoorzitter Vera Bergkamp donderdagmorgen in ontvangst nam. Het is opgesteld door een commissie onder leiding van Carla van Baalen, emeritus hoogleraar parlementaire geschiedenis en oud-directeur van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis (CPG) van de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Van Baalen onderzocht op verzoek van het presidium de kabinetsformatie die na de verkiezingen van maart 2021 van start ging. Deze formatie was de langste uit de Nederlandse geschiedenis: tien maanden. De oorzaak daarvan was het diepe wantrouwen dat ontstond toen was gebleken dat VVD-voorman Rutte met de verkenners Jorritsma en Ollengren had gesproken over „een functie elders” voor het toenmalige CDA-Kamerlid Omtzigt. Rutte zei dat hij zich dat niet meer herinnerde.
Koning
De eerste aanbeveling van Van Baalen is dat de Tweede Kamer termijnen moet verbinden aan informatie-opdrachten. Dat leidt volgens haar tot meer voortgang in het formatieproces. Na afloop van de termijn moet de informateur een eindrapport opstellen, waarover de Kamer kan discussiëren. Aan het eind van het debat verstrekt de Kamer een nieuwe opdracht aan een nieuwe informateur of vraagt de Kamer de ‘oude’ informateur zijn onvoltooide werk af te ronden. „Zo wordt de ‘spanning’ op het proces gehouden en blijft de urgentie behouden”, aldus het evaluatierapport.
De tweede aanbeveling van de commissie-Van Baalen is dat alle betrokkenen bij het formatieproces de vertrouwelijkheid consequent in acht nemen. Bedoeld of onbedoeld lekken is schadelijk voor het proces.
Verder beveelt Van Baalen aan om de rol van verkenners zo klein mogelijk te houden. Tijdens de laatste formatie bleek dat de verkenners bijna de rol van informateurs op zich hadden genomen.
De vierde aanbeveling is dat de Tweede Kamer ruim vóór de volgende verkiezingen, dus los van de hectiek van verkiezingscampagnes, een debat moet houden over haar eigen rol bij kabinetsformaties. Die is niet helemaal helder sinds de Kamer in 2012 besloot dat de regie van de formatie niet langer bij de Koning ligt, maar bij de Kamer zelf.