Nederlandse inwoner Kiev: aandacht voor oorlog neemt af
Een jaar na het begin van de Russische invasie in Oekraïne neemt de aandacht voor de oorlog onder Nederlanders af. Dat merkt althans Bob Wouda, die al jaren in Oekraïne woont en sinds februari vorig jaar geregeld op en neer rijdt naar Nederland om hulpgoederen te vervoeren. „We krijgen minder spullen gedoneerd dan een paar maanden geleden”, zegt hij.
Wouda zamelde via de Stichting Platform Samenwerking Nederland-Oekraïne het afgelopen jaar een grote hoeveelheid goederen in. Tot nu toe zijn negentien vrachtwagens vol met onder anderen kleding, schoenen, dekens, slaapzakken, ziekenhuisbedden en verzorgingsproducten naar het land vervoerd. Vanuit Kiev worden deze verspreid.
„Toen de oorlog net was uitgebroken, zag je dat mensen veel wilden doneren. Nu is dat minder. Ik denk dat Nederland een beetje oorlogsmoe is. Er is nu natuurlijk veel aandacht voor de aardbevingen in Turkije en Syrië”, zegt Wouda, die benadrukt dat hulp nodig blijft. „Het motiveert mij extra om door te gaan. De mensen zijn heel dankbaar als we ze iets simpels zoals brood geven.” Behalve het uitdelen van hulpgoederen koopt de stichting ook ter plekke allerlei hulpmiddelen. Momenteel zijn dat voornamelijk aggregaten, verzorgingsproducten, zaklampen en powerbanks. Omdat energiecentrales geraakt zijn is er in sommige dorpen, maar ook in Kiev, nog maar drie uur per dag stroom en nauwelijks stromend water.
Wouda maakt zich zorgen over de situatie van de inwoners. „In kleine, afgelegen dorpen zie je dat er weinig hulpverlening is”, zegt hij. „Grote organisaties vinden het te gevaarlijk of willen het geld gebruiken voor de wederopbouw. Maar er zijn nu mensen die honger lijden en in de kou zitten.”
Bij Stichting Caritas Ukraïne-Holland en Stichting Spoetnik is het aantal gedoneerde goederen amper afgenomen. Beide hulporganisaties stuurden het afgelopen jaar meer dan dertig volle vrachtwagens richting Oekraïne. „Mensen komen nog steeds veel spullen brengen”, zegt Beja Kluiters, voorzitter van Stichting Spoetnik. „Niet meer in dezelfde mate als in het begin, maar het is nog steeds gigantisch.” Komende week worden onder meer 860 voedselpakketten, medische goederen en kinderbedjes naar Kiev en Novovolynsk gebracht, waarna de spullen verspreid worden over het land.
Ook bij Stichting Caritas Ukraïne-Holland is de inbreng van goederen „nog heel fors”. De stichting zamelde onder meer jassen, ziekenhuisbedden, aggregaten, dekens en medische hulpmiddelen als katheters in. Wel droogt het aantal gelddonaties op, zegt bestuurslid Peter Bommer. Dat geld gaat onder meer naar het transport, dat zo’n 4000 euro kost. „Mensen hebben vaak wel wat spullen over, maar geld hebben ze nu zelf ook hard nodig”, waarmee hij doelt op de hoge prijs van boodschappen en energie. „En velen hebben natuurlijk al eens iets gegeven. Dat doe je dan niet snel nog een keer.” Ook denkt hij dat het komt doordat er minder aandacht voor de oorlog is dan een paar maanden geleden. Voorlopig kan de stichting nog vooruit, zegt hij. „We zijn blij met alles wat we krijgen.”