Lied voor de lijdenstijd: verblijden vanwege diepste lijden
De lijdenstijd, die zondag begint, roept op tot stille overdenking van het bittere lijden van Christus. Maar ook tot dankbaar belijden, zelfs tot een lied van verblijden. Een oud Duits ”danklied” gaat ons daarin voor.
De lijdenstijd brengt ons in Gethsemane, bij Gabbatha, op Golgotha. Waar de Heiland de weg ging van lasteringen, hoon en spot. Waar Hij gebonden werd, bange nood kende, een bittere dood in ging. Waarom? Waartoe?
In het lied ”Jezus, leven van mijn leven” is dat geen vraag. Hij ging en hing daar in mijn plaats, zingt de dichter. Mijn zonden sloegen Hem die wonden, mijn nood bracht Hem in de dood. Maar dat Jezus dat deed, die nood en dood op Zich nam, is vooral stof tot verblijden, moet Ernst Christoph Homburg gedacht hebben. Daarom is zijn ”Jesu, meines Lebens Leben” eerst en vooral een lied van verwondering. Een ”danklied” noemt hij het zelfs, vanwege het bittere lijden van de Verlosser. Wonderlijke combinatie.
In acht strofen bezingt de Duitse jurist –hij werkte in de 17e eeuw onder andere in Naumburg– het lijden van Christus vanuit een heel persoonlijk perspectief. Hij spreekt de Zaligmaker voortdurend aan: U bent het leven van mijn leven; Uw dood werd de dood van mijn dood; U werd gebonden, opdat ik zou worden ontbonden. Alsof je het avondmaalsformulier hoort.
Wat vooral aandacht trekt, is het refrein: „Tausend, tausendmal sey Dir, Liebster Jesu, Danck dafür”, luidt het zevenmaal. Alleen de laatste strofe eindigt anders: „Vor dein Ach und tieffe Pein, Wil ich ewig danckbar seyn”. Eeuwig dankbaar vanwege Zijn diepe pijn…
Het ”danklied” van Homburg werd in Nederland vooral bekend vanwege de vertaling die Emanuel Weisz (1830-1908) maakte. Deze zendeling van de Evangelische Broedergemeente –hij werkte in West-Indië, stond vervolgens in Haarlem– bewerkte het gezang tot een lied van vier strofen: ”Jezus, leven van mijn leven”. Met viermaal het juichende refrein: „duizend, duizend maal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer!” Weisz liet het lied in de ik-vorm staan –de latere vertaling van J.W. Schulte Nordholt maakte er ”Jezus, leven van ons leven” van–, waardoor de persoonlijk-innige toon intact bleef.
Gezongen op de bekende, eenvoudige melodie van Wessnitzer kan het lied van Homburg ons de komende weken brengen bij de kern van het lijdensevangelie: Zijn lijden werd mijn leven.