Dijkgraaf: hogere stagevergoeding mbo desnoods via wet afdwingen
Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf gaat er scherp op toezien dat de afspraak over verhoging van de stagevergoeding voor mbo-studenten de komende jaren ook wordt nageleefd. „Als dit niet gebeurt dan zal wetgeving volgen”, zei hij donderdag in de Tweede Kamer.
„We hebben goede stappen gezet ten aanzien van de stagevergoeding van mbo’ers. Zo is er nu een onkostenvergoeding, zodat studenten geen kosten meer maken voor hun stages. Werkgevers en bonden hebben het pact ondertekend om in de cao tot afspraken over stagevergoeding te komen. We gaan dat strikt monitoren. Maar als dat onvoldoende van de grond komt, wat ik me zomaar zou kunnen voorstellen, want het is een heel taai punt, dan ga ik wet- en regelgeving inzetten. Dat is uiteindelijk de stok die achter de deur zit, want we moeten dit gewoon gaan regelen”, aldus Dijkgraaf.
Dinsdag kondigde Dijkgraaf het zogeheten stagepact aan waarin staat dat mbo-studenten al vanaf dit jaar kunnen rekenen op minimaal een onkostenvergoeding plus een beloning voor hun werk. De minister heeft hier afspraken over gemaakt met 15 partijen onder wie de werkgevers, werknemers en mbo-instellingen. „Er is een grote rol weggelegd voor de werkgevers, maar ik steek ook de hand in eigen boezem en ga kijken wat mijn en andere ministeries kunnen doen, want er is ook een belangrijke publieke sector.”
Wat mbo-studenten precies betaald krijgen, is nog niet bekend. Werknemers en werkgevers gaan hier afspraken over maken als ze onderhandelen over collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Studenten die een programma volgen dat een combinatie is van werk en opleiding zullen bovendien een arbeidscontract krijgen, met het loon dat daarbij hoort.
Dijkgraaf ondertekende dinsdag het stagepact in het ROC Mondriaan in Den Haag samen met onder andere de MBO Raad, werkgeversorganisatie VNO-NCW en de vakbonden FNV en CNV.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap trekt hier tot 2027 30 miljoen euro voor uit.