Dat schrijven de drie noordelijke provincies in een brief aan minister Christianne van der Wal van Natuur. De provincies willen dat Van der Wal bij de Europese Commissie bepleit dat de zwaar beschermde status van de wolf enigszins wordt aangepast. De wolf mag nu niet verstoord, verjaagd of gedood worden. Ook zijn leefgebied moet met rust worden gelaten, terwijl de wolf zelf mag bepalen waar hij zich vestigt.

De noordelijke provincies vinden dat hun gebied niet geschikt is voor de vestiging van wolvenparen. Er zit nu één paar met welpen in het Drents-Friese Wold. Volgens de provincies zijn er niet genoeg uitgestrekte bosgebieden waarin de wolf zich kan verschuilen. Ook is er niet genoeg wild voor de roofdieren. Dat is anders in Gelderland, waar verschillende wolvenroedels op de Veluwe zitten.

Toch heeft Gelderland eerder ook aan de minister om aanpassing van de beschermde status van het dier gevraagd. Dat gebeurde omdat er in Het Nationale Park De Hoge Veluwe een jonge wolf rondliep die te tam was geworden en die dicht bij mensen kwam. Gelderland wilde die wolf verjagen met een paintballgeweer, maar de rechter stak daar een stokje voor vanwege onder meer de strenge Europese beschermingsregels. De te tamme jonge wolf is overigens de laatste maanden voor zover bekend niet meer gezien.

In Drenthe starten enkele onderzoeken naar preventie tegen wolvenaanvallen, aldus de provincie. Studenten van de TU Delft willen gebieden afbakenen door er wolvenurine te verspreiden. Wolven zouden dit kunnen opvatten als de territoriumgrens van een andere wolf en hoefdieren in dat gebied met rust laten. Een ander onderzoek richt zich op de vervolgschade bij zwangere schapen na een wolvenaanval. Aan dat onderzoek doen Drentse dierenartsen en de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht mee.