Ook ruime meerderheid in senaat voor minimumloon per uur
De Eerste Kamer heeft met ruime meerderheid ingestemd met een wetsvoorstel van PvdA en GroenLinks voor een minimumuurloon. Volgens de initiatiefnemers kunnen bijvoorbeeld horecamedewerkers, uitzendkrachten, schoonmakers en winkelpersoneel er daardoor volgend jaar tot 200 euro per maand op vooruitgaan.
Nu geldt nog een vast minimumloon per maand, waarbij het niet uitmaakt of een werknemer 36 uur per week werkt of 40 uur. Met de invoering van een minimumloon per uur willen de linkse partijen „rechttrekken wat krom is en ervoor zorgen dat veel mensen erop vooruitgaan”, aldus PvdA-Kamerlid Barbara Kathmann.
„Het minimumloon is de bodem die we met elkaar afspreken voor werk in Nederland”, zegt GroenLinks-Kamerlid Senna Maatoug. Met de nieuwe wet is er volgens haar „geen enkele onduidelijkheid meer” over wat iemand minimaal per uur hoort te krijgen. Dat maakt het ook voor de arbeidsinspectie makkelijker om te handhaven.
Het wetsvoorstel van de hand van voormalig PvdA-Kamerlid Gijs van Dijk was eerder al omarmd door het kabinet en de coalitiepartijen VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Het is daarmee onderdeel geworden van plannen om de mensen met de laagste inkomens meer bestaanszekerheid te bieden. Naar verwachting zullen honderdduizenden mensen ervan profiteren.
De Tweede Kamer stemde vorig jaar juni al met overweldigende meerderheid in met het wetsvoorstel. Alleen Forum voor Democratie was tegen. In de Eerste Kamer stemde die partij opnieuw tegen, net als de van FVD afgesplitste senatoren Paul Frentrop en Theo Hiddema.