Dat schreef minister Dijkgraaf van Onderwijs maandag in een brief aan de Tweede Kamer. Er bestond verwarring over de consequenties van een VVD-amendement dat enkele weken geleden is ingediend bij de behandeling van een wet die herinvoering van loting in het hoger onderwijs regelt.

De wet bepaalt dat opleidingen weer loting mogelijk mogen maken voor opleidingen waar een maximum is gesteld aan het aantal studenten. Die mogelijkheid was in 2017 afgeschaft. Vanaf dat moment mochten opleidingen alleen studenten selecteren door het stellen van eisen, zoals de hoogte van cijfers, de kwaliteit van een motivatiebrief of het goed doorstaan van een toelatingstest.

Het kabinet wil dat hogescholen en universiteiten weer de mogelijkheid krijgen om loting in te voeren. Minister Dijkgraaf ziet loten als een middel dat bijdraagt aan een brede toegankelijkheid. Iedereen heeft dan evenveel kansen om toegelaten te worden.

De VVD vindt loting oneerlijk voor leerlingen die hoge cijfers halen. Daarom diende de VVD’er El Yassini een amendement in dat onderwijsinstellingen de mogelijkheid biedt om naast loting nog een andere optie te kiezen; het zogeheten Klaas Visser-model. Op basis daarvan kunnen hogescholen en universiteiten na een selectieprocedure een groep scholieren meteen toelaten, een groep afwijzen en de rest mee laten doen aan loting.

Voor dit amendement bestaat een meerderheid, maar minister Dijkgraaf is er tegen, net als D66 en de linkse partijen.

De bewindsman vult uitvoering van het amendement nu op een specifieke manier in, zo blijkt uit zijn brief. Opleidingen mogen scholieren alleen weigeren bij loting als ze geen bepaalde inspanning leveren, bijvoorbeeld het bezoeken van een open dag. Weigeren op basis van cijfers mag dus niet.

Universiteiten van Nederland (UNL) en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) hebben Dijkgraaf per brief laten weten dat ze dezelfde lijn kiezen.