OM eist werkstraf tegen ’Hirsi Ali– rappers’
Het openbaar ministerie in Den Haag heeft donderdag werkstraffen van 150 uur geëist tegen twee rappers van Den Haag Connection (DHC) wegens bedreiging van Ayaan Hirsi Ali. Ook wil de aanklager dat ze vier maanden voorwaardelijke celstraf krijgen.
De rappers hadden in een zogenoemde diss geschreven dat ze haar nek wilden breken en dat een liquidatie van en bomaanslag op het VVD–Tweede–Kamerlid in voorbereiding was.
Via internet werd de gewelddadige rap verspreid. De verdachten benadrukten dat ze het lied niet zelf op het net hadden geplaatst. Ze zouden het slechts voor zichzelf hebben geschreven, omdat ze nogal gefrustreerd waren over de scherpe uitlatingen van de politica over moslims. Ze zouden niet hebben geweten hoe de rap in de openbaarheid is gekomen.
Volgens raadsman V. Koppe is hun handelen dan ook niet strafbaar. „Als ik thuis achter de piano ga zitten en een lied zing waarin ik premier Balkenende uitscheld, mag dat ook", zei hij. Bovendien betoogde hij dat het maken van een rap binnen de vrijheid van meningsuiting valt.
De advocaat was het met het OM eens dat de vrijheid van artistieke expressie geen vrijbrief is om lukraak te beledigen, maar stelde dat grof taalgebruik en belediging een essentieel onderdeel van de rapcultuur is.
Officier van justitie E. Jordan meent dat de rappers met hun tekst de grenzen van de vrijheid van meningsuiting ver hebben overschreden. Volgens haar was het lied niets meer dan een lange reeks kwetsende beledigingen en bedreigingen.
De politierechter doet over twee weken uitspraak.