JIT: Poetin had actieve rol in conflict rond neerhalen MH17
De Russische president Vladimir Poetin had een grote rol in het leveren van wapentuig naar Oost-Oekraïne, wat leidde tot het neerhalen van vlucht MH17 met een Buk-raket in 2014.
Dat meldde het Joint Investigation Team (JIT) woensdag. Het onderzoek heeft geen nieuwe verdachten opgeleverd die vervolgd kunnen worden. Het burgervliegtuig vloog boven het conflictgebied waarin pro-Russische separatisten streden met het Oekraïense leger. Poetin bemoeide zich volgens het JIT met wapenleveranties aan rebellen in Oost-Oekraïne.
De afgelopen tijd is onder meer onderzoek gedaan naar de bemanning van de raketinstallatie waarmee het vliegtuig is neergehaald. Dit onderzoek kwam uit bij drie officieren van de 53e brigade van het Russische leger. Er is volgens het JIT niet bekend geworden waarom en door wie de raket is afgevuurd, maar er is wel informatie ontdekt over de besluitvorming rond het verstrekken van de raketinstallatie. Zo had de Russische president Vladimir Poetin een rol in het leveren van wapentuig naar Oost-Oekraïne, wat leidde tot het neerhalen van vlucht MH17.
Er is concrete informatie dat het verzoek van de separatisten aan de Russische president is voorgelegd, en dat die hier positief over heeft beslist. „In opgenomen telefoongesprekken vertellen Russische overheidsmedewerkers dat de beslissing tot militaire ondersteuning bij de president ligt”, aldus het JIT. Er zijn ook onderschepte telefoongesprekken die volgens het team wijzen op Poetins actieve bemoeienis.
Kort na die gesprekken werden volgens het JIT de luchtverdedigingssystemen geleverd, waaronder de Buk die MH17 neerschoot. Het is het JIT echter onbekend of in het verzoek over een Buk-systeem wordt gesproken. Daarom spreekt het team van sterke aanwijzingen en niet over bewijs.
De president kan niet worden vervolgd, meldt het JIT. Hij heeft immuniteit als staatshoofd. Wie de raketinstallatie bemande kan niet worden bewezen. „Het vergaarde bewijs is niet concreet genoeg om in de rechtszaal mensen te veroordelen”, meent het OM. „Daarom worden op dit moment geen nieuwe rechtszaken gestart.”
Volgens Digna van Boetzelaer, plaatsvervangend hoofdofficier van het OM, ligt „het antwoord op onze vragen in Rusland”. Het onderzoek naar de verantwoordelijke personen wordt nu opgeschort, maar niet gesloten, zei Van Boetzelaer.
De nabestaanden reageerden teleurgesteld op het nieuws. Andy Kraag, hoofd van de landelijke recherche, zei dat te begrijpen. Ze wilden volgens hem weten wat er is gebeurd en waarom. „Het antwoord op de vraag ”waarom” blijft liggen in Rusland.”
Het is volgens premier Rutte „bitter” dat er onvoldoende bewijs is om opnieuw mensen te vervolgen voor hun rol in het neerhalen de MH17. De premier hekelt de houding van Rusland. „Al sinds 2014 kennen we van de Russische Federatie, en van zijn president Poetin, het patroon van tegenwerken, van onwaarheden en van onrecht.” Rusland weigert medewerking aan het onderzoek.