Meer dan 20.000 slachtoffers in Turkije en Syrië
Turkije en Syrië zijn getroffen door de „zwaarste aardbeving sinds 1939". Het dodental is inmiddels opgelopen tot meer dan 20.000. Veel mensen liggen nog onder het puin. Volg het nieuws in dit liveblog.
Advertentie
De Wereldbank stelt bijna 1,8 miljard dollar (1,7 miljard euro) beschikbaar voor hulpverlening en wederopbouwactiviteiten in het aardbevingsgebied in Turkije. ’s Werelds grootste financier voor ontwikkelingssamenwerking is ook begonnen aan een eerste raming van de schade die de bevingen hebben veroorzaakt, om zo te bepalen waar als eerste geld naartoe moet.
Via twee bestaande projecten in Turkije stelt de Wereldbank direct 780 miljoen dollar beschikbaar voor noodhulp. Daarnaast treft de instelling uit Washington voorbereidingen om voor nog eens 1 miljard dollar financiële hulp te verlenen aan inwoners van het getroffen gebied in het zuiden van Turkije. Het geld gaat ook naar de wederopbouw van bijvoorbeeld wegen en andere infrastructuur.
In het land zijn zeker 17.406 doden gevallen door de aardschokken van maandag. In buurland Syrië steeg het dodental richting 3400. Door de aardschokken zijn veel gebouwen ingestort en er liggen nog veel mensen onder het puin. Overlevenden die dakloos zijn geraakt hebben daarnaast te maken met temperaturen die ’s nachts dalen tot onder het vriespunt.
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR gaat vrijdagochtend vroeg verder zoeken naar overlevenden in het rampgebied in Turkije. „Na een lange dag zoeken zijn al onze teamleden binnen”, meldt USAR donderdagavond. De vier reddingsgroepen van USAR worden vrijdag tegelijk ingezet in twee nieuwe gebieden in Hatay.
De kans dat het team nog overlevenden vindt, wordt steeds kleiner, aldus USAR. Eerder meldde het team al dat de reddingsgroepen steeds meer slechtnieuwsgesprekken voeren met familieleden. Donderdag vond USAR geen overlevenden. Wel redden twee andere teams vijf mensen op basis van informatie van het Nederlandse reddingsteam. Woensdagavond werd bekend dat het Nederlandse team elf mensen levend onder het puin vandaan had gehaald.
USAR vertrok maandagavond vanaf vliegveld Eindhoven naar Turkije en zette dinsdag het basiskamp op in het rampgebied. Het team bestaat uit medewerkers van de politie, brandweer, ambulancediensten en defensie die hiervoor speciaal zijn getraind. Ook zijn er acht reddingshonden.
Het aantal doden in Turkije en Syrië na de zware aardbevingen van maandag steeg donderdag naar meer dan 20.000. In Turkije zijn volgens jongste tellingen van de autoriteiten en hulpverleners zeker 17.134 mensen omgekomen. In Syrië staat het dodental op 3317.
Twee van de zeven Nederlanders die na de aardbevingen in Turkije en Syrië bij het ministerie van Buitenlandse Zaken als vermist waren opgegeven, zijn donderdag levend teruggevonden. De families hebben dit laten weten aan het ministerie. Nog vijf Nederlanders staan bij het ministerie als vermist opgegeven.
De teruggevonden Nederlanders maken het naar omstandigheden goed, aldus het ministerie.
Het ministerie zegt eerdere berichten over drie omgekomen Nederlanders niet te kunnen bevestigen. „Het ministerie heeft hierover geen informatie ontvangen.”
Eerder waren acht Nederlanders als vermist opgegeven, maar woensdag werd bekend dat een van hen weer contact had met zijn familie.
Het aantal doden in Turkije en Syrië na de zware aardbevingen van maandag is gestegen tot meer dan 20.000. In Turkije zijn volgens jongste tellingen van de autoriteiten en hulpverleners zeker 17.134 mensen omgekomen. In Syrië staat het dodental op 3317.
De politie heeft drugs gevonden in een vrachtwagen met hulpgoederen voor het rampgebied in Turkije en Syrië waar maandag een zware aardbeving plaatsvond. De drugs werden in een van de vrachtwagens gevonden, de andere vijf voertuigen worden nu ook doorzocht. Er zijn geen verdachten aangehouden.
De politie kreeg om 03.00 uur een tip dat er drugs in de vrachtwagen zaten. De hulpgoederen worden zo snel mogelijk teruggegeven aan de organisatie.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft donderdag nog steeds geen bevestiging van Nederlandse doden of gewonden door de zware aardbeving in Turkije en Syrië, laat een woordvoerder van het ministerie weten. Woensdag werd de dood van vier Nederlanders in Turkije gemeld.
In Antakya kwamen volgens familieleden twee Nederlandse mannen en een vrouw uit Zutphen om. Zij werden onder het puin van een ingestort appartementencomplex gevonden. In de plaats Kahramanmaraş kostte de beving een man uit Deventer het leven, aldus de Deventer Centrum Moskee.
Een konvooi met hulpgoederen van de Verenigde Naties is aangekomen in het noordwesten van Syrië. Zes vrachtwagens zijn de grensovergang bij Bab al-Hawa overgestoken.
Volgens de Witte Helmen, een hulporganisatie die actief is in het door rebellen bezette gebied, gaat het om reguliere VN-hulp die in de eerste dagen na de aardbeving stil kwam te liggen en nu weer op gang komt. Het konvooi zou geen spullen hebben meegebracht die van pas komen bij het zoeken naar overlevenden van de ramp.
In Syrië woedt sinds 2011 een burgeroorlog. Door de versplinterde politieke situatie is het leveren van noodhulp in het bezette gebied ingewikkeld. De afgelopen negen jaar hebben de VN slechts één grensovergang tussen Turkije en Syrië goedgekeurd voor internationale hulp. Die weg, bij Bab al-Hawa, was de afgelopen dagen gesloten door aardbevingsschade.
Nu de schade aan die weg is hersteld, is het voor de hulpverleners eindelijk mogelijk om door te reizen naar Syrië, waar de internationale hulp maar moeizaam op gang komt. Turkije werkt aan het openen van twee andere grensovergangen, liet de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu weten.
VN-noodhulpcoördinator Martin Griffiths bezoekt dit weekend Turkije en Syrië om de behoeften daar vast te stellen en uit te zoeken hoe de VN het best kunnen helpen, meldt VN-baas Antonio Guterres. Ook dringt hij aan op betere toegang tot het noordwesten van Syrië.
“In andere steden is het nog veel erger”, zeggen inwoners van de Turkse stad Sanliurfa, die na de aardbevingen hun huis verloren. Ze zijn vooral blij nog te leven. Her en der in de stad zijn tentenkampen opgezet, waar honderden mensen verblijven. Ze zijn verwarmd met kacheltjes- ’s nachts zakken de temperaturen nog onder het vriespunt. Anderen hebben elders onderdak gevonden: in de kelder van het Hiltonhotel bivakkeren bijvoorbeeld ook tientallen mensen.
In de stad stortten meerdere gebouwen totaal in, andere zijn zodanig beschadigd dat mensen niet terug durven. In de regio zijn de reddingsteams inmiddels gestopt met hun werkzaamheden. Er zijn 127 dodelijke slachtoffers te betreuren en zeker 2000 gewonden.
Meer dan 80 uur na de aardbevingen in Turkije en Syrië blijven hulpverleners overlevers vinden onder het puin. Vooral uit de Turkse stad Kahramanmaras, in het centrum van het rampgebied, komen verhalen van mensen die na bijna vier dagen vast te zitten levend worden teruggevonden.
De Turkse televisiezender TVNET toonde beelden hoe reddingsdiensten in die stad een familie van zes onder het puin vandaan halen. Enkele uren eerder hadden hulpverleners er ook al een éénjarig meisje en haar moeder uit het puin bevrijd.
In Hatay, waar het Nederlandse Urban Search and Rescue-team (USAR) actief is, zijn drie kinderen van dezelfde familie gered. En in Diyarbakir, ten oosten van het rampgebied, verlosten hulpdiensten een 8-jarige jongen van tussen de brokstukken.
De hulpverleners voeren een race tegen de klok. Na meer dan drie dagen neemt met elk uur de kans af dat er nog mensen levend onder het puin zitten. Zeker omdat de temperaturen ’s nachts tot onder het vriespunt zakken.
Volgens de Turkse overheid zijn in totaal 100.000 hulpmedewerkers in de regio actief. Die hebben gezamenlijk al 8000 mensen kunnen bevrijden.
Advertentie
Voor de Turkse ambassade in de binnenstad van Den Haag liggen rode rozen en staan kaarsjes als steunbetuiging aan de slachtoffers van de aardbevingen. Ook liggen er knuffels en hangt de Turkse vlag halfstok.
Binnen in de ambassade ligt een condoleanceregister. Dat kunnen mensen tekenen tussen 10.00 en 12.00 uur en 15.00 en 17.00 uur. Onder anderen de ambassadeurs van Spanje en van Japan kwamen dit donderdagmiddag doen.
De laatste druppel, noemen mensen de aardbeving in Syrië. Maar Marjanne van Vliet dacht al zo vaak: dit is de laatste druppel. „Blijkbaar kan het nóg erger.”
Het aantal doden in Turkije en Syrië door de zware aardbevingen van maandag is gestegen tot meer dan 17.000. In Turkije hebben zeker 16.170 mensen de ramp niet overleefd en in Syrië kwamen ten minste 3162 mensen om, volgens tellingen van autoriteiten en hulpverleners.
De zoek- en reddingsacties zijn nog in volle gang en de hulpdiensten delen ook succesverhalen van mensen die gered worden. Maar omdat de zwaarste aardbeving inmiddels meer dan 80 uur geleden plaatsvond en het koud is in het getroffen gebied wordt de kans steeds kleiner dat er nog overlevenden onder het puin vandaan worden gehaald. Internationale hulpverleners zijn naar het rampgebied getrokken om te helpen met zoeken naar overlevenden en de vele tienduizenden gewonden te verzorgen.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan zegt dat er alleen in zijn land al bijna 64.000 mensen gewond zijn geraakt door de verwoestende aardbevingen. Bovendien zijn meer dan 6000 gebouwen ingestort. In de tien getroffen regio’s is de noodtoestand afgekondigd.
Een C-130 transportvliegtuig van het ministerie van Defensie vertrekt vrijdag vroeg naar Turkije. Het toestel gaat gewonden uit het rampgebied naar elders in Turkije brengen, zei minister Kajsa Ollongren (Defensie) tijdens een debat in de Tweede Kamer. Door de aardbeving raakten duizenden mensen gewond en zijn veel gebouwen verwoest.
Er gaan twee artsen en zes verpleegkundigen mee om de gewonden te helpen. Aan boord zijn medische faciliteiten aanwezig. Maximaal zeventig mensen kunnen per vlucht worden vervoerd. De inzet de komende periode gebeurt op verzoek van Turkije en wordt gefinancierd vanuit het budget van minister Liesje Schreinemacher (Ontwikkelingshulp).
Defensie is al actief in het getroffen gebied in het zuidoosten van het land. Een aantal militairen ging mee met het Nederlandse reddingsteam dat binnen 24 uur naar Turkije vertrok.
Dokters van de Wereld voorziet problemen nu hun voorraden van medische hulpmiddelen langzaam op beginnen te raken. De hulporganisatie is onder meer werkzaam in de Syrische provincies Idlib en Aleppo om medische hulp te bieden aan slachtoffers van de zware aardbevingen in Turkije.
„Voor deze week hebben we in een groot distributiecentrum nog voldoende spullen staan, maar daarna moeten we echt weer bevoorraad worden”, vertelt directeur Jasper Kuipers. Het gaat dan om bijvoorbeeld medicatie, verbandmiddelen, desinfectiemiddelen en zeep. „Voorlopig lijkt het er niet op dat die op tijd komen, omdat medisch transport nog niet mogelijk is.” Normaal gesproken koopt de organisatie materiaal in Turkije en vervoert dat naar Syrië. „Dat gaat nu niet.”
Kuipers maakt zich vooral zorgen over de hygiëne in de klinieken als de spullen lang op zich laten wachten. „Het gevaar is dat ziektes als difterie en cholera weer de kop gaan opsteken.” Behalve aan medische hulpmiddelen heeft de organisatie ook behoefte aan medisch specialisten, maar ook zij kunnen het gebied niet bereiken. „We zien in onze klinieken veel mensen met verbrijzelde botten. Om dat te behandelen heb je orthopedisch chirurgen nodig en die zijn er in het gebied niet. Het is voor ons nu een hele uitdaging om met zulke specialisten in contact te komen en ze naar de getroffen regio te halen”, zegt Kuipers.
Door de versplinterde politieke situatie in Syrië is het leveren van noodhulp in het land moeilijk. De afgelopen negen jaar hebben de VN slechts één grensovergang tussen Turkije en Syrië goedgekeurd voor internationale hulp. Die weg was de afgelopen dagen gesloten door aardbevingsschade maar is inmiddels hersteld. Turkije werkt aan het openen van twee andere grensovergangen.
De voorlopige opbrengst op Giro555 voor de aardbevingsslachtoffers in Turkije en Syrië is ruim 9 miljoen euro. De landelijke actie is bedoeld om geld in te zamelen voor noodhulp als onderdak, kleding, medische zorg en voedsel voor de getroffenen.
„In heel het land zijn mensen volop bezig met inzamelacties om Giro555 te steunen”, zegt actievoorzitter Michiel Servaes. „We zien grote betrokkenheid van zoveel Nederlanders, dat is heel bijzonder om te zien.”
Woensdag is een landelijke actiedag voor de slachtoffers van de aardbeving, waarbij ook de landelijke en regionale media zijn betrokken.
Het wordt steeds lastiger om mensen te redden in de door aardbevingen getroffen regio Hatay in Turkije. De reddingsgroepen moeten daardoor steeds meer slechtnieuwsgesprekken voeren met familieleden, meldt het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR.
Volgens USAR blijven steeds meer panden over waar „vaak niet realistisch op ingezet kan worden”. „Zorg voor elkaar en nazorg voor de uitgezonden leden is en blijft een aandachtspunt van het team en de ondersteuning vanuit Nederland.”
Het team meldde eerder op de dag dat het uitwijkt naar een ander gebied om te zoeken naar overlevenden. De werkzaamheden in het gebied waar de medewerkers de afgelopen dagen hebben gezocht, zijn bijna afgerond.
USAR schrijft op Twitter dat het „overrompeld” is door alle berichten van mensen die willen helpen. „Wij hebben voldoende hulp en middelen ter beschikking”, schrijft de hulporganisatie. USAR schrijft ook geen tolken meer nodig te hebben, daar zijn ook voldoende van aanwezig.
Het aantal doden in Turkije en Syrië door de zware aardbevingen van maandag is gestegen tot meer dan 17.000. In Turkije hebben zeker 14.014 mensen de ramp niet overleefd en in Syrië kwamen ten minste 3162 mensen om, volgens tellingen van autoriteiten en hulpverleners.
De zoek- en reddingsacties zijn nog in volle gang en de hulpdiensten delen ook succesverhalen van mensen die gered worden. Maar omdat de zwaarste aardbeving inmiddels meer dan 80 uur geleden plaatsvond en het koud is in het getroffen gebied wordt de kans steeds kleiner dat er nog overlevenden onder het puin vandaan worden gehaald. Internationale hulpverleners zijn naar het rampgebied getrokken om te helpen met zoeken naar overlevenden en de vele tienduizenden gewonden te verzorgen.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan zegt dat er alleen in zijn land al bijna 64.000 mensen gewond zijn geraakt door de verwoestende aardbevingen. Bovendien zijn meer dan 6000 gebouwen ingestort. In de tien getroffen regio’s is de noodtoestand afgekondigd.
Terwijl het zoeken naar overlevenden nog koortsachtig doorgaat en de periode van nationale rouw nog niet voorbij is, wordt in Turkije al volop met de beschuldigende vinger gewezen.
De berichtendienst Twitter doet het weer in Turkije, nadat die in de nasleep van de verwoestende aardbeving twaalf uur uit de lucht was. Alles wijst erop dat de Turkse overheid de site blokkeerde om vermeende misinformatie over de ramp tegen te gaan.
Het is niet de eerste keer dat sociale media in Turkije aan banden worden gelegd in de nasleep van een ramp of politiek event. Veel inwoners gebruikten Twitter om te klagen over de reddingsactie, die te traag op gang zou komen.
De voorbije dagen zijn in Turkije achttien mensen aangehouden vanwege provocatieve berichten op sociale media. Volgens de autoriteiten brachten ze met hun berichten de noodhulp in gevaar.
Ook Twitter-eigenaar Elon Musk meldde donderdagochtend dat Twitter weer online was in Turkije. De Turkse plaatsvervangend minister voor Infrastructuur sprak naar eigen zeggen met de top van Twitter „om hen te herinneren aan hun verantwoordelijkheden na de aardbeving in Turkije”.
De zoek- en reddingsoperaties in de provincies Sanliurfa en Kilis, in het zuiden van Turkije, zijn afgerond. Dat meldt de Turkse autoriteit voor Rampen en Noodsituaties (AFAD). De reddingsteams reizen door naar andere provincies, waar nog wel hulp nodig is.
Sanliurfa, dat iets meer dan 2 miljoen inwoners telt en grenst aan Syrië, is een van de tien provincies die zijn getroffen door de aardbevingen van maandag. Eerder op de ochtend meldde AFAD nog dat reddingswerkers in de provincie Sanliurfa iemand levend onder het puin vandaan hebben gehaald, 69 uur na de beving. Kilis is een veel kleinere provincie, met maar 140.000 inwoners, waar wel relatief veel Syrische vluchtelingen wonen. President Recep Tayyip Erdogan brengt donderdag een bezoek aan onder andere die getroffen regio.
Ook op andere plaatsen zijn meldingen van overlevenden die na drie dagen worden bevrijd. Maar de tijd dringt. Volgens hulpverleners slinkt de kans om na 72 uur nog overlevenden te vinden sterk. In Turkije en Syrië zijn in totaal al zeker 16.000 doden geteld.
Het eerste konvooi met hulpgoederen van de Verenigde Naties komt naar verwachting donderdag aan in het noordwesten van Syrië. Er zouden zes vrachtwagens onderweg zijn naar de grensovergang bij Bab al-Hawa.
Door de versplinterde politieke situatie in Syrië is het leveren van noodhulp daar ingewikkeld. De afgelopen negen jaar hebben de VN slechts één grensovergang tussen Turkije en Syrië goedgekeurd voor internationale hulp. Die weg, bij Bab al-Hawa, was de afgelopen dagen gesloten door aardbevingsschade.
Nu de schade aan die weg is hersteld, is het voor de hulpverleners eindelijk mogelijk om door te reizen naar Syrië, waar de internationale hulp maar moeizaam op gang komt. Turkije werkt aan het openen van twee andere grensovergangen, liet de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Mevlut Cavusoglu weten.
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR gaat in een ander gebied bij het door aardbevingen getroffen Hatay in Turkije zoeken naar overlevenden. Dat laat het team donderdagmorgen vroeg weten in een nieuwe update over de reddingsoperatie.
Woensdagavond werd al bekend dat het Nederlandse team de afgelopen dagen elf mensen levend onder het puin vandaan heeft gehaald. „Er is tot diep in de nacht nog doorgezocht naar slachtoffers”, aldus USAR. „In het gebied waar we afgelopen dagen hebben gewerkt hebben we alles kunnen verkennen, daarom worden we in een ander gebied aan het werk gezet.”
USAR vertrok maandagavond vanaf vliegveld Eindhoven naar Turkije en zette dinsdag het basiskamp op in het rampgebied. Het team bestaat uit medewerkers van de politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie die hiervoor speciaal zijn getraind. Ook zijn er acht reddingshonden. De vier reddingsgroepen werken 24 uur per dag, zeven dagen in de week in wisselende diensten.
Een van die reddingshonden, Hailey, raakte eerder deze week lichtgewond aan een poot tijdens een „inzet met de reddingsgroep”. De wond is gehecht en ze kan donderdag weer het gebied in, meldt USAR.
Sinds woensdag coördineert het team ook de inzet van andere internationale reddingsteams die in het gebied actief zijn. Dat gebeurt op verzoek van de Turkse autoriteiten. Er zijn teams uit onder andere het Verenigd Koninkrijk, Italië en Zwitserland en er komen er nog meer.
Het aantal doden in Turkije en Syrië door de zware aardbevingen van maandag is gestegen tot meer dan 16.000. In Turkije hebben zeker 12.873 mensen de ramp niet overleefd en in Syrië kwamen ten minste 3162 mensen om, volgens tellingen van autoriteiten en hulpverleners.
Omdat de zwaarste aardbeving inmiddels meer dan 72 uur geleden plaatsvond en het koud is in het getroffen gebied, wordt de kans steeds kleiner dat er nog overlevenden onder het puin vandaan worden gehaald. Reddingswerkers zijn nog druk bezig met de zoekacties. Internationale hulpverleners zijn naar het rampgebied getrokken om de vele tienduizenden gewonden te verzorgen.
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR heeft tot nu toe elf mensen en een hond gered uit de puinhopen van het door aardbevingen getroffen Hatay in Turkije. Dat laat het team weten in een nieuwe update over de reddingsoperatie.
Woensdagochtend was al bekend dat het Nederlandse team zeven mensen levend onder het puin vandaan heeft gehaald. „De reddingen motiveren de teamleden, maar er komt ook een hoop leed op het team af. Niet elke redding is succesvol en soms kan vanwege de eigen veiligheid niet op worden getreden”, meldt USAR. „Dat heeft impact, dus er is nu en bij terugkomst uitgebreid aandacht voor nazorg.”
Jop Heinen, een van de teamleden ter plaatse, meldt in de uitzending van Jinek dat het „aan de orde van de dag” is dat ze slachtoffers onder het puin vinden, maar niet bij die mensen kunnen komen. Dan moet soms besloten worden om elders verder te zoeken.
USAR vertrok maandagavond vanaf vliegveld Eindhoven naar Turkije en zette dinsdag het basiskamp op in het rampgebied. Het team bestaat uit medewerkers van de politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie die hiervoor speciaal zijn getraind. Ook zijn er acht reddingshonden. De vier reddingsgroepen werken 24 uur per dag, zeven dagen in de week in wisselende diensten.
Sinds woensdag coördineert het team ook de inzet van andere internationale reddingsteams die in het gebied actief zijn. Dat gebeurt op verzoek van de Turkse autoriteiten. Er zijn teams uit onder andere het Verenigd Koninkrijk, Italië en Zwitserland en er komen er nog meer.
Het team in Hatay heeft woensdag ook gezorgd voor stroomvoorzieningen voor inwoners. Op die manier kunnen mensen onder andere hun telefoons opladen.
Reddingswerkers in de Turkse stad Kahramanmaraş hebben 73 uur na de verwoestende aardbevingen van maandag overlevenden onder het puin van een ingestort appartementencomplex gehaald. Volgens staatspersbureau Anadolu gaat het om een 5-jarig meisje en haar ouders. Hoe ze er aan toe zijn is niet bekend.
Ook in de stad Gaziantep wisten reddingswerkers donderdagochtend drie overlevenden te bevrijden. Zij hadden toen al 75 uur onder het puin gelegen.
Meestal geldt 72 uur als kritieke overlevingsgrens voor mensen die begraven liggen onder puin. Mensen hebben vaak zware verwondingen doordat brokstukken op hen terecht zijn gekomen en bij open wonden is er het risico op doodbloeden. Om te overleven hebben ze bovendien voedsel en water nodig. Elke dag zonder, worden hun lichamen zwakker. Ook de temperatuur speelt een rol. In het getroffen gebied ligt die rond het vriespunt en is het risico op onderkoeling groot.
Het aantal doden in Turkije en Syrië door de zware aardbevingen van maandag is gestegen tot meer dan 15.000. In Turkije zijn volgens tellingen van de autoriteiten en hulpverleners zeker 12.391 mensen omgekomen. In Syrië staat het dodental op 2992. Daarmee komt het totaal op 15.383.
In Turkije zijn ook 52.979 gewonden geteld, maakte president Recep Tayyip Erdogan woensdag bekend. In Syrië raakten minstens 5000 mensen gewond. In beide landen gaat de zoektocht naar overlevenden door. Het reddingswerk is een race tegen de klok: de kritieke overlevingsgrens voor mensen die begraven liggen onder puin is meestal 72 uur. Met temperaturen rond het vriespunt kan dat korter zijn.
Advertentie