BuitenlandAardbeving Turkije en Syrië

Hulpverlener hoort Syriërs vragen: Is dit land vervloekt?

De laatste druppel, noemen mensen de aardbeving in Syrië. Maar Marjanne van Vliet dacht al zo vaak: Dit is de laatste druppel. „Blijkbaar kan het nóg erger.”

9 February 2023 15:38Gewijzigd op 10 February 2023 09:24
Syrische soldaten kijken hoe reddingswerkers in Aleppo onder het puin zoeken naar slachtoffers en overlevenden van de aardbeving. beeld AFP
Syrische soldaten kijken hoe reddingswerkers in Aleppo onder het puin zoeken naar slachtoffers en overlevenden van de aardbeving. beeld AFP

Vanuit Damascus is de ZOA-landendirecteur in Syrië momenteel druk met goederen verzamelen en inkopen. „We hebben zeep, jerrycans, voedsel en matrassen op voorraad. Maar er is veel meer nodig.” Van Vliet stemt daarom met leveranciers af hoeveel en hoe snel zij spullen kunnen leveren.

In haar woonplaats Damascus vielen voor zover bekend geen slachtoffers. Wel zijn gebouwen beschadigd door de bevende grond. Zaterdag reist Van Vliet af naar Aleppo om haar zwaargetroffen collega’s bij te staan. Daar, in het noorden, is de nood hoog. „Hier werd ik wakker omdat het bed schudde. Daar zaten collega’s tussen instortende gebouwen.”

Hulpverlener én slachtoffer tegelijk zijn is volgens haar loodzwaar. Eén van haar collega’s is ontzettend onzeker over de staat van zijn huis. „Nóg een nacht in de auto slapen met zijn gezin trok hij niet. Maar woensdagavond kwam er weer een naschok, waardoor ze zich in huis niet veilig voelen. Deze mensen weten gewoon niet waar ze naartoe kunnen.”

Intussen loopt het dodental nog steeds op. Met alle beperkte middelen in het door oorlog geteisterde land en de snijdende kou verlopen reddingsacties moeizaam. In de bergen ligt zo’n 40 centimeter sneeuw, waardoor hulp moeilijk ter plaatse komt. „De eerste 72 uur zijn superbelangrijk. Het is onwaarschijnlijk dat er nog mensen levend onder het puin liggen. Die hoop is dus drastisch verminderd.”

Zes christelijke organisaties, verenigd in het Christelijk Noodhulpcluster, startten deze week een gezamenlijke noodhulpactie. „Eigenlijk hebben we alles nodig wat een mensenleven vereist. Water, voedsel, onderdak, gezondheidszorg, educatie”, legt Van Vliet uit. Ook wil ZOA snel traumasessies plannen, zodat mensen hun verhaal kwijt kunnen en hun ervaringen verwerken.

Daarnaast blijft opvang een urgent probleem. „Op opvanglocaties is maar een beperkt aantal matrassen beschikbaar. En we willen drie maaltijden per dag aanbieden. Vooralsnog is er alleen voedsel van droge ingrediënten, maar we hopen snel warme maaltijden te regelen.”

Waarom voeren jullie specifiek actie voor slachtoffers in het grensgebied van Syrië en Turkije?

„Veel hulp gaat naar Turkije. Doordat wij sinds 2015 in Syrië zitten, hebben we toegang tot het gebied. Nieuwe partijen lukt het amper om op korte termijn binnen te komen. Ik wil niets afdoen aan de afschuwelijke nood in Turkije. Maar in Syrië was al een humanitaire ramp aan de gang. Mensen in Aleppo wonen al twaalf jaar in crisisgebied, met conflicten en bombardementen. Nu heeft de aardbeving veel wijken weggevaagd en staan gebouwen op instorten. De vraag was al hoe mensen zo veilig mogelijk de winter door konden komen. Hoe wij hen konden helpen aan water, voedsel en gezondheidszorg. Nu raakt een extra klap de stad.”

Wat betekent de oorlogssituatie voor de hulpverlening?

„Door de oorlog waren er al humanitaire hulpverleners aanwezig, die de bevolking kennen. Hopelijk helpt dat. Tegelijk hebben we te maken met een politiek verdeeld land, waardoor je niet zomaar tussen de verschillende gebieden heen en weer kunt reizen. In de buitenlandse media zie ik vooringenomenheid: de Syrische regering zal wel niet willen meewerken aan hulp van buiten. Die beeldvorming is onterecht en helpt niet om vertrouwen te krijgen.”

Hoe is de bevolking in Damascus onder de gebeurtenissen?

„Ik hoor mensen vragen: Is dit land vervloekt? Hoe kan het dat dit ons nu ook treft? Het voelt onrechtvaardig na zoveel crises. Ik geloof niet dat Syrië vervloekt is, maar ik zie wel een trieste combinatie van omstandigheden. Dus ik snap het gevoel van wanhoop heel goed.”

Ziet u nog perspectief?

„Ik geloof oprecht dat er toekomst is zolang mensen elkaar helpen. En dat gebeurt: mensen stellen hun huis open, geven elkaar voedsel en sturen goederen. Als er internationaal oog is voor de nood hier, voelen Syriërs dat zij er niet alleen voor staan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer