Boodschappen zijn én blijven duur
Wie eind 2021 voor een volle kar boodschappen nog 100 euro afrekende, moet daar nu 140 euro voor betalen. En die prijsstijging stopt nog niet, voorspellen analisten.
Precies een jaar geleden publiceerde het Reformatorisch Dagblad een artikel met als kop ”De inflatie grijnst je toe vanaf de kassabon”. Het liet zien dat veel artikelen in de twee maanden daarvoor fors in prijs waren gestegen.
Nu, een jaar later, zou die kop veel minder van toepassing zijn. De inflatie is namelijk afgenomen, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorige week woensdag. De definitie van inflatie is: een stijging van het algemene prijspeil in een economie. De prijzen zijn in het algemeen dus nog wel aan het stijgen maar minder hard dan voorheen. Goed nieuws, zou je zeggen.
Helaas is daar in de supermarkt nog weinig van te merken. De prijzen in de supermarkt zijn afgelopen maand opnieuw stevig omhoog gegaan. Steeg de geldontwaarding in januari ‘slechts’ met 7,6 procent, de prijzen van boodschappen gingen met bijna het dubbele van dat percentage omhoog: 14,5 procent.
Dit komt doordat de inflatiedaling vrijwel helemaal aan de relatief lage energieprijzen is te danken. Zou je energie uit de cijfers weglaten, dan is er eerder sprake van een inflatiestijging dan van een inflatiedaling.
Het beste bewijs is de boodschappenkar. Bij de kassa blijkt een kar met exact dezelfde producten iedere keer toch weer duurder te zijn geworden. Er is wel verschil in prijsstijging per product, concludeert de redactie economie van deze krant na een herhaling van het prijsonderzoek van vorig jaar. In zijn algemeenheid zijn zuivel en graanproducten het hardst gestegen.
Over één ding zijn alle specialisten het eens: prijzen in de supermarkt gaan wel omhoog, maar slechts heel zelden omlaag. „Als we naar de trend van consumentenprijzen kijken, zien we alleen maar stijgingen”, zegt Daniëlle Duijndam van RaboResearch Food & Agribusiness. „Maar als we kijken naar het deel van ons inkomen dat we aan voedsel besteden, is dat nog altijd relatief laag. Zeker als je ziet wat er allemaal voor nodig is voordat ons eten op ons bord ligt.”