Aandacht voor slavernij tijdens koninklijk bezoek aan Bonaire
Koning Willem-Alexander, koningin Máxima en prinses Amalia zijn tot 9 februari op de Antillen. De kroonprinses maakt kennis met het Caribisch deel van het Koninkrijk, haar ouders zijn er al veel vaker geweest.
Het bezoek aan de zes eilanden begon op Bonaire. Zoals gebruikelijk bij buitenlandse bezoeken vloog de koning er als co-piloot zelf naartoe. Er stond een stevige wind toen de vorstelijke gasten, vergezeld door staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties), er vrijdag werden verwelkomd door gezaghebber Edison Rijna. Er zijn veel beveiligers aanwezig tijdens het bezoek.
Zaterdag begon het programma in Rijna’s ambtswoning. Daarna bezochten de 19-jarige Amalia en haar ouders de slavenhutjes die symbool staan voor het slavernijverleden van Bonaire. De koning proefde van het zout dat in de buurt van de hutjes wordt gewonnen. Bòi Antoin, voorzitter van de historische vereniging, vertelde dat in zijn jeugd niet over het slavernijverleden werd gesproken. Dat is bij de jongere generatie anders.
De gasten uit Nederland maakten een rondrit langs de westkust en bezochten een park waar het cultureel-historisch erfgoed van Bonaire te zien is. Tijdens de lunch spraken koning, koningin en prinses met eilandbewoners over klimaatverandering, landbouwontwikkeling en armoedebestrijding.
De gasten bezochten een windsurfdemonstratie en een mangrovebos. Op een culturele markt proefden ze lokale specialiteiten: polenta, vlees, vis en cactussaus. Amalia hielp bij het afbakken van een broodje. Vooraf waarschuwde de prinses wel dat ze nogal onhandig is.
Na een dag rust stond maandag een bezoek aan het eiland Aruba op het programma. Daarna volgen Curaçao, Sint Maarten, Sint Eustatius en Saba.
Inmiddels is ophef ontstaan over een programmaonderdeel op Curaçao: het beschilderen van een Chichi. Dit beeldje staat symbool voor de verantwoordelijke oudere zus, maar volgens critici is het een karikatuur van een zwarte vrouw en is het beschilderen ervan ongepast in een periode waarin er veel aandacht is voor de excuses van de Nederlandse regering voor het slavernijverleden.