Medicijnresten hebben invloed op vissen en kreeftjes
Wetenschappers zien in het oppervlaktewater nogal wat resten van medicijnen voor de behandeling van psychiatrische aandoeningen en psychologische problemen, zoals de bekende rustgever oxazepam. Ze zijn vooral afkomstig van huishoudens.
Dat meldt de Universiteit Maastricht, die onderzoek deed samen met onder meer het instituut voor gezondheid en milieu RIVM. Sommige concentraties zouden zo hoog zijn dat volgens de onderzoekers „risico’s voor het waterleven” niet zijn uitgesloten.
„Onze metingen laten zien dat stoffen zoals carbamazepine, oxazepam en fluoxetine geregeld worden aangetroffen in het oppervlaktewater”, zegt onderzoeker Caroline Moermond. „Rioolwaterzuiveringen kunnen maar een deel hiervan verwijderen. Om die reden vormen carbamazepine en oxazepam op sommige plaatsen een risico voor organismen in het water, zoals vissen en kleine kreeftjes. Psychofarmaca beïnvloeden het gedrag van deze organismen, waardoor ze agressiever of juist passiever kunnen worden. Dat kan uiteindelijk weer effect hebben op meerdere voedselketens.”
Bewustwording daarvan bij behandelaars die deze middelen voorschrijven is nodig, zeggen de onderzoekers. De dokters moeten ook naar snellere afbouw van de medicatie gaan kijken. Tevens moet beter worden voorkomen dat afgedankte pillen door de wc worden gespoeld, aldus onderzoeker en psychiater Jurjen Luykx.
Om de voornaamste bronnen van de zogenoemde psychofarmaca in het oppervlaktewater te kunnen herleiden, doken de onderzoekers in gedetailleerde data van een waterzuiveringsinstallatie in Winterswijk.