Buitenland

Jakarta wil greep op Atjeh versterken

Alle buitenlandse militaire hulptroepen in Indonesië moeten eind maart het land weer hebben verlaten. Dat heeft de regering in Jakarta woensdag bekendgemaakt. „Drie maanden is genoeg. Hoe eerder ze vertrekken, hoe beter", citeerden Indonesische media vice–president Jusuf Kalla.

ANP/AFP
12 January 2005 19:40Gewijzigd op 14 November 2020 02:06

Minister van Defensie Juwono Sudarsono noemde het „belangrijk dat we ons nationaal potentieel gaan gebruiken". Hij vindt dat het Indonesische leger de hulpoperaties van de buitenlandse militairen moet overnemen. Ter voorbereiding stuurt Indonesië alvast een paar duizend militairen extra naar de provincie Atjeh. Daar vielen de meeste slachtoffers door de tsunami’s die volgden op de zeebeving in de Indische Oceaan van 26 december.

De aanwezigheid van buitenlandse troepen uit vooral Australië en de Verenigde Staten in Atjeh is in het grootste moslimland ter wereld een gevoelige kwestie. Bovendien strijdt in deze provincie op de noordpunt van het eiland Sumatra de Beweging Vrij Atjeh (GAM) voor onafhankelijkheid. Volgens de GAM stuurt Jakarta nu extra manschappen om de positie van de regering in Atjeh te versterken. Het leger begon in mei 2003 een groot offensief tegen de separatisten. Daarom was in Atjeh de noodtoestand van kracht.

Niettemin heeft de GAM woensdag haar aanbod voor een wapenstilstand herhaald, om de hulpverlening aan de getroffenen te vergemakkelijken. Direct na de zeebeving hadden de leiders van de GAM, die in Zweden in ballingschap wonen, al een eenzijdig staakt–het–vuren afgekondigd. De schermutselingen in Atjeh tussen rebellen en regeringsleger gaan tot nu toe echter door. Beide kampen geven elkaar daarvan de schuld.

Naast de uiterste vertrekdatum voor alle buitenlandse troepen, heeft Jakarta de Amerikaanse strijdkrachten in Atjeh nog speciale maatregelen opgelegd. Zo moeten de ongeveer 2000 Amerikaanse mariniers voortaan ongewapend zijn en moeten zij ’s avonds terugkeren naar hun schepen. Tot nu toe verbleven zij in een kamp op het eiland. De missies met Amerikaanse helikopters om hulpgoederen en hulpverleners naar afgelegen gebieden te brengen, gaan onverminderd door.

Ook in het door tsunami’s getroffen Sri Lanka speelt meer dan de nasleep van de ramp. Het regeringsleger probeert daar met intimidatie de hulpverlening in het noordoosten van het land over te nemen van de eigen welzijnsorganisatie van de rebellengroep Tamil Tijgers. Die strijden voor een eigen staat voor de Tamils, die ongeveer 20 procent van de bevolking uitmaken. Volgens de Tamil Tijgers stelt de regering de Tamils achter bij de hulpverlening.

De rijkste landen ter wereld, verenigd in de Club van Parijs, hebben woensdag besloten de schulden die Indonesië, Sri Lanka en de Seychellen aan hen hebben, te bevriezen. Deze drie landen werden het zwaarst getroffen door de zeebeving. Hoe lang ze niets hoeven afbetalen aan de negentien geldschieters, is niet vastgelegd. Tijdens de vergadering in de Franse hoofdstad eiste een kleine groep demonstranten dat rijke landen de door tsunami’s getroffen naties hun schulden zouden kwijtschelden. Een aantal leden van de Club had daar ook voor gepleit.

De financiële hulp aan de getroffen landen bedraagt inmiddels ruim 10 miljard dollar (7,6 miljard euro). Het Franse persbureau AFP concludeert dat uit een eigen optelling van alle donaties. Particulieren hebben van dat bedrag circa 2 miljard dollar geschonken. De overige 8 miljard is de financiële hulp die 42 landen hebben toegezegd.

Meer over
Actueel
Zeebeving

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer