Hij deed dat nadat bij gevechten tussen leger en maostische rebellen de voorgaande dagen zeker driehonderd doden waren gevallen. De gevechten waren de hevigste sinds de rebellen in 1996 de wapens oppakten.

De koning zei dat alle Nepalezen zich moeten verenigen „om het wederzijdse vertrouwen en begrip te vergroten.” Gyanendra refereerde niet direct aan het recentste geweld. Wel zei hij dat het Nepalese volk een pijnlijk jaar achter de rug heeft en dat de economie door het „voortdurende geweld en de vernietiging van de infrastructuur” in puin ligt.

Gyanendra werd in juni vorig jaar koning nadat kroonprins Dipendra bijna de hele koninklijke familie had doodgeschoten en daarna de hand aan zichzelf had geslagen. De koning heeft een overwegend ceremoniële functie, maar zijn morele gezag is groot. In november riep hij de noodtoestand uit en zette hij voor het eerst het leger in tegen de rebellen. Dat deed hij nadat de rebellen zich hadden teruggetrokken uit vredesonderhandelingen. In een eigen boodschap riep premier Sher Bahadur Deuba de rebellen zondag op hun opstand te beëindigen.

De doden vielen toen de rebellen donderdagavond vier plaatsen in het westen van het land aanvielen. Behalve 100 politiemannen en zestig rebellen kwamen ook zes burgers om het leven.