Mens & samenlevingColumn Huib de Vries

Gezelschap in sportkledij

Elke zaterdagmorgen sta ik op de tennisbaan, intussen al zo’n vijftien jaar. Uitsluitend in het herfst- en winterseizoen, maar toch, het blijft sport. In de kring waarin ik opgroeide was dat besmet terrein. Niet dat het dorp van mijn jeugd er zo veel aan deed. Volgens mij was er alleen een voetbalclub, met de illustere naam De Zwerver.

23 January 2023 14:49Gewijzigd op 23 January 2023 14:52
beeld RD
beeld RD

Het voetbalveld lag in het hart van Kinderdijk. De jongens van Bihari, afkomstig uit Ambon, behoorden tot de toppers van De Zwerver. Als een van hen scoorde, was het gejuich van moeder Bihari tot in de verre omtrek te horen. Alleen daardoor wisten wij dat er een wedstrijd werd gespeeld. Ook doordeweeks, als de grasmat er verlaten bij lag, keken we er met gemengde gevoelens naar. Dezelfde gevoelens die je had bij het passeren van een roomse kerk. Zelfs zonder volk deugde die plek niet.

Het was dan ook met enige aarzeling dat ik ja zei op het verzoek lid te worden van een tennisgroepje dat gaat voor dubbelspel, zoals dat heet. Twee tegen twee. Ik begon zonder enig zicht op de wat elitaire sport, en dat is nog steeds het geval. Als mijn maatje van die ochtend en ik winnen, is dat vanwege mijn volstrekt raadselachtige manier van spelen.

Hoewel winnen of verliezen me niet geheel onverschillig is, staat het sociale contact voor mij bovenaan. Na een set ontstaat aan het net vaak een mooi gesprek. Tot een van de spelers licht geërgerd roept: „Kom op mannen, dat houden we voor straks bij de koffie.” Soms praten we nog wat na in de kleedkamer. Terwijl onze ‘voorzitter’ in de betegelde ruimte een sapje inschenkt en ”een versnapering” uitreikt, komen kerkelijk en persoonlijk wel en wee langs. Een dominee die gaat vertrekken, een preek die het hart heeft geraakt. Ondanks sportkledij en afwijkende ambiance heeft het samenzijn dan iets van een piëtistisch gezelschap. Tot verwondering van medesporters die komen douchen.

Een fanatiekeling zal ik nooit worden, maar mijn houding ten opzichte van sport is door de opgedane ervaring onmiskenbaar bijgetrokken. Sterker nog, bij heftige theologische discussies over middelmatige kwesties denk ik meer dan eens: jullie zouden een tennisgroepje moeten vormen en dit gesprek op de baan of in de kleedkamer moeten voeren. Dat zou de toon ten goede komen.

Als tijdens het gesprek aan het net de emoties toch hoog oplopen, kunnen ze worden afgereageerd door een snoeiharde service of smash. Waarmee de stoom is ontsnapt en de discussie op milder toon in de kleedkamer kan worden voortgezet. Bij een sapje en een versnapering. Het is in ieder geval het proberen waard.

Meer over
RDMagazine

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer