Werkgevers in streekvervoer vinden staking „onbegrijpelijk”
De werkgevers in het streekvervoer vinden het „onbegrijpelijk” dat vakbond FNV voor donderdag en vrijdag een landelijke staking heeft aangekondigd. „We hebben een bovengemiddeld hoog loonbod gedaan. Ook als je kijkt naar de ontwikkelingen van cao-lonen de afgelopen periode en wat er in de vervoersector gebeurt. Ons loonbod van 8 procent voor 2023 is méér dan gemiddeld in Nederland”, reageert Fred Kagie, voorzitter van werkgeversorganisatie VWOV.
Volgens Kagie, die partijen als Arriva en Keolis Nederland vertegenwoordigt, zijn de vakbonden weggelopen na het laatste voorstel van de werkgevers. „Er is niet eens geschorst na ons laatste voorstel.” In een verklaring benadrukt hij dat de werkgevers wat betreft loon echt het maximaal haalbare hebben geboden. „‘De sector staat zwaar onder druk en is corona niet te boven. Het is niet verantwoord om de kosten bij bedrijven nog hoger op te laten lopen. Dan komt de continuïteit van het openbaar vervoer in gevaar, daar is niemand bij gebaat.”
Naar schatting van de FNV doen er aan de staking komende dagen duizenden buschauffeurs, conducteurs en machinisten mee. FNV-bestuurder Marijn van der Gaag denkt dat de impact van de staking „heel groot” zal zijn. Kagie wijst er evenwel op dat bij een eerdere landelijke actie van de FNV toch nog 70 tot 80 procent van het streekvervoer kon blijven rijden. „Met dit loonbod op tafel is de stakingsbereidheid mogelijk nog lager”, oppert hij. VWOV wil hoe dan ook graag weer terug in overleg met de bonden. „We hopen dat de vakorganisaties daar weer snel met ons over willen praten.”