Strenger toezicht op handel in schapen
De handel in schapen komt voorlopig onder strenger toezicht te staan, omdat schapenhouders de hand lichten met nationale en Europese regels.
Oormerken ontbreken of er wordt mee gefraudeerd. Volgens de Voedsel en Waren Autoriteit, die dinsdag een en ander bekendmaakte, betreft de aanscherping zowel de administratieve controle als de controle bij de export van dieren op naleving van de regels inzake identificatie en registratie.
De VWA vreest dat bij een uitbraak van dierziekten de tracering van schapen niet mogelijk is. Bij overtreding worden geen exportcertificaten afgegeven en komt de Algemene Inspectiedienst (AID) in actie.
De strengere controle, die vandaag ingaat en geldt op ruim een handvol zogenoemde verzamelplaatsen en veemarkten, geldt voor onbepaalde tijd. De belangrijkste verzamelplaatsen, waar schapen uit verschillende plaatsen bijeengebracht worden voor met name export, zijn Harmelen bij Utrecht, Zoetermeer en het Noord-Brabantse Zuilichem.
De schapensector stelt weinig voor in Nederland. Er zijn volgens het Productschap voor Vee, Vlees en Eieren (PVE) 1,3 miljoen schapen en lammeren, maar het aantal schapenhouders is vrij lastig te geven.
Het is vaak de tweede of derde bedrijfstak van een veehouder. „Het is bij uitstek een hobbysector. Er zijn maar een paar honderd professionele schapenhouders”, aldus een PVE-woordvoerder.
De registratie laat vaak te wensen over. Zo ontbreekt een centrale databank waarin verplaatsingen worden bijgehouden.