Kuipers wil alle oplossingen voor medicijntekort bekijken
Alle mogelijke oplossingen om de beschikbaarheid van geneesmiddelen voor patiënten beter te organiseren, wil zorgminister Ernst Kuipers bekijken. Het ministerie van Volksgezondheid (VWS) kijkt daarbij niet alleen naar maatregelen die Nederland zelf kan nemen om medicijntekorten tegen te gaan, maar benadrukt dat het heel belangrijk is om als Europa samen op te trekken.
„Schaarste is een wereldwijd probleem en kan eigenlijk alleen goed internationaal worden aangepakt”, laat een woordvoerder van het ministerie van VWS weten. Als voorbeeld van zo’n EU-aanpak noemt de woordvoerder de productiecapaciteit van vaccins voor Europa, die nu al is gereserveerd voor een mogelijke volgende pandemie.
Het ministerie reageert daarmee op de cijfers over medicijntekorten in 2022, die de beroeps- en brancheorganisatie voor apothekers en apotheken KNMP zaterdagavond in het tv-programma Kassa heeft bekendgemaakt.
Vorig jaar was 1514 keer een medicijn voor meer dan twee weken niet verkrijgbaar, meldt de KNMP. Volgens de organisatie was er nooit eerder zo vaak een medicijntekort. In 2021 lag dat cijfer op 1007.
Het ministerie was zaterdag nog niet bekend met de door de KNMP gepresenteerde cijfers, omdat deze tot aan de tv-uitzending niet openbaar waren. VWS is echter al geruime tijd bezig met maatregelen om tekorten zo veel mogelijk te voorkomen. Zo moeten groothandelaren en handelsvergunninghouders van geneesmiddelen sinds 1 januari een ‘ijzeren voorraad’ aanleggen van tweeënhalve maand, zegt de woordvoerder van het ministerie.
Daarnaast voert het ministerie gesprekken met groothandels, farmaceuten, apothekers en zorgverzekeraars „om te kijken hoe we verder kunnen komen”, zegt de woordvoerder. Kuipers wil ook in gesprek over mogelijke verbeteringen aan het preferentiebeleid en de rol hierin van het inkoopbeleid van zorgverzekeraars, groothandels en apothekers.
Het preferentiebeleid houdt in dat zorgverzekeraars een voorkeursmiddel aanwijzen binnen een groep medicijnen die dezelfde werkzame stof hebben. Alleen dat voorkeursmiddel komt dan voor vergoeding in aanmerking.