Politiekinterview segers

Segers: Ik heb mezelf altijd een zendeling gevoeld

Het zit er bijna op voor ChristenUnie-partijleider Gert-Jan Segers. Op dinsdag 24 januari verlaat hij het Binnenhof. Een terugblikboek over zijn politieke ervaringen is al in de maak, verder wacht hij af op welke plek God hem na deze klus hebben wil.

Jakko Gunst en Henk Kraijenoord​
13 January 2023 21:02Gewijzigd op 13 January 2023 21:12
Partijleider Segers geeft toelichting op zijn besluit de politiek te verlaten. beeld ANP, Sem van der Wal
Partijleider Segers geeft toelichting op zijn besluit de politiek te verlaten. beeld ANP, Sem van der Wal

Of zijn vertrek het einde van het CU-tijdperk Segers markeert? „Nee, dat is mij te pretentieus”, zegt de scheidend partijleider in zijn werkkamer. „Wij zijn een voluit christelijke partij die politiek wil bedrijven bij een open Bijbel. En dan niet langs de zijlijn, nee, wij willen ook verantwoordelijkheid dragen voor grote beslissingen en onderdeel zijn van dat proces. Dat was mijn inzet, maar ook die van mijn voorgangers. Laten we het erop houden dat ik dienstbaar heb willen zijn aan onze missie, net als zij.”

Maakt u zich nu niet onnodig klein? U had grote invloed op het partijbesluit om na Rutte III opnieuw mee te doen aan Rutte IV. Voelde u dat als een persoonlijke verantwoordelijkheid?

„Wat ik als persoonlijke verantwoordelijkheid heb gevoeld is invulling geven aan de missie van de ChristenUnie. En die is: geraakt worden door mensen die op je pad komen en door hun pijn om vervolgens te proberen die zoveel mogelijk te verlichten. Ik heb wetgeving mogen ontwikkelen om het misbruiken van slachtoffers van gedwongen prostitutie harder aan te kunnen pakken. Ik heb Rutte voor mogen houden: Wordt het niet de hoogste tijd dat we als staat excuses maken aan de Joden voor de Holocaust?

Natuurlijk, als je probeert om Christus in de politiek te volgen, kom je soms ook voor politieke vragen te staan. Bijvoorbeeld of je wel of niet moet meedoen aan een coalitie. Veel partijen worden nerveus als ze in de oppositie belanden. Bij ons is het net andersom, en is er juist als we meedoen ongemak.”

Hebt u dat ongemak van het meedoen vanaf 2017, toen Rutte III tot stand kwam, gevoeld?

„Het is niet zo dat mijn jaren als partijleider een permanente worsteling tussen coalitie of oppositie zijn geweest. Het is meer… Nee, misschien moet ik anders beginnen. Ik was 18 toen God voor het eerst echt ging spreken in mijn leven. Dat was het moment dat ik heb gezegd: Ik ben beschikbaar om U te volgen, om getuige van U te zijn, om daar te gaan waar U mij roept.

Dus mijn zoektocht als partijleider was meer: Waar moet ik nu staan? Wat is dit keer mijn rol? En, kan God mij op deze manier gebruiken op een plek van invloed om daar het goede na te streven en met vallen en opstaan Christus te volgen? Die bereidheid moet je als partijleider wel hebben, want daar staat of valt de missie van de ChristenUnie mee.”

18964931.JPG
Segers werd op 20 september 2012 beëdigd als Kamerlid. beeld ANP, Robert Vos

Maar als u uw baan vanuit zo’n sterk roepingsbesef hebt ingevuld, moet u het bijna als uw levenswerk hebben gezien?

Nadenkend: „God vraagt ons leven. Ja, ja. Dat klopt. Maar ik zeg er wel meteen achteraan: maar ook niet meer dan dat.”

Vanwaar die toevoeging?

Segers valt weer even stil. Dan: „Ook mijn vader wist zich geroepen. In zijn geval tot het werk van evangelist. Maar zeker op het laatst ontbrak bij hem echt elke vorm van begrenzing. Daar heb ik van geleerd. Ik moet mezelf niet overschatten. Ik moet elke dag als een kleine jongen bij Hem komen, met vijf broden en twee vissen en die in Zijn handen leggen. Dan komt het goed. Dan mag je af en toe ervaren dat ons werk gezegend wordt, dat er door ons toedoen een bescheiden stapje in de goede richting mocht worden gezet.”

Heeft God ook tot u gesproken toen u besloot te stoppen?

„Niet in de zin dat mij een tekst werd voorgelegd waarin Hij rechtstreeks tot mij sprak. Al voor de laatste verkiezingen heb ik gezegd: Ik ben nog één periode beschikbaar, maar mijn opvolger moet al wel op de lijst staan. Uiteindelijk zijn we als team toegegroeid naar het besluit om meteen na het Kerstreces de overdracht te doen. Afgelopen oktober hebben we de knoop definitief doorgehakt. Door te bidden, goed te overleggen en de tijd te nemen, kreeg ik rust. In die rust is de innerlijke overtuiging gegroeid dat het goed geweest is om het zo te doen.”

Op 1 oktober organiseerde de ChristenUnie voor het eerst een buitengewoon ledencongres om met u en andere partijkopstukken te debatteren over het asielakkoord. Ligt Mirjam Bikker, uw opvolger, straks van meet af aan onder het vergrootglas van argwanende partijleden?

„Nee. Vooropgesteld, ik waardeerde het positief dat leden behoefte hadden aan dat congres. Dat bewijst dat meebesturen ons nog altijd pijn en ongemak bezorgt en dat koester ik. Ik heb alleen wel uitgesproken dat het ongewenst is wanneer de ruimte van de fractie om een gewetensvolle afweging te maken vergaand wordt ingeperkt. Even met elkaar door willen praten, is legitiem. Af willen dwingen dat het congres elk fractiebesluit moet bevestigen, niet. Maar in die sfeer gingen we destijds gelukkig ook niet uit elkaar. Mirjam kan net als ik destijds vol aan de bak.”

Op het laatste partijcongres leek het voordragen van een CU-homokandidaat voor de Eerste Kamer breed te worden gesteund, maar er is ook ongemak. Wanneer doet u een stap naar voren door te zeggen: Dit is hoe ik erover denk?

„In de pastorale praktijk in de kerken uit onze achterban is een zekere verscheidenheid gegroeid in de omgang met gebrokenheid. Sommige partijgenoten zien op grond van de Bijbel ruimte voor het aangaan van een relatie met iemand van hetzelfde geslacht. Op zich is verscheidenheid voor onze partij niet nieuw.

Voor mij is het ontstaan van de staat Israël een Godswonder om maar wat te noemen, maar andere leden zien dat weer anders. Mijn opdracht is het om ervoor te zorgen dat wij elkaar vasthouden rond het kruis, dat wij een beweging blijven, als navolgers van Christus bij een open Bijbel. Dat stond en staat er voor mij op dit punt op het spel.”

18964932.JPG
De informateurs Remkes en Koolmees leidden de gesprekken voor het kabinet-Rutte IV. beeld ANP, Bart Maat

Houdt u er rekening mee dat de CU-leden vaart willen maken door het homohuwelijk snel vast te willen leggen in de beginselverklaring?

„Nee. Onze beginselverklaring zegt dat het huwelijk tussen man en vrouw door God is ingesteld. Daar houden we aan vast.”

Toen u het stokje overnam van uw voorganger, Arie Slob, was de ChristenUnie een oppositiepartij. Nu Mirjam Bikker u opvolgt een coalitiepartij. Krijgt zij het moeilijker dan u?

„Ja, als je je meteen vanaf de start moet verhouden tot drie coalitiepartijen is dat pittiger. Tegelijkertijd, op een keer moet je kiezen, hè. Hét moment is er nooit.”

Moet Bikker aan de slag in een coalitie die elk moment uit elkaar kan vallen?

„Nee. Nee, zij betreedt echt geen schip dat zinkende is.”

Wel een coalitie waarin lang niet alles op rolletjes gaat, toch?

„Dat klopt. Toch hebben we het afgelopen jaar grote keuzes kunnen maken, over het koopkrachtpakket, het energieplafond en de pensioenhervorming. Dat is gebeurd in een spirit van samenwerking, in een sfeer waarin je probeert te komen tot een onderling vergelijk. Die zal er blijven, ook na mijn vertrek. Je ziet alleen wel dat compromisbereidheid in de achterbannen van veel partijen niet altijd wordt gewaardeerd. Dat staat onder druk, op een manier die mij soms zorgen baart.”

Doorgaans betrouwbare bronnen melden dat u uw bespiegelingen over politiek, over het nemen van verantwoordelijkheid als kleine christelijke partij en uw rol daarin later dit jaar in boekvorm naar buiten brengt.

„Dat kan ik bij deze bevestigen. Ik ga terugblikken op alles wat ik in ruim tien jaar Den Haag heb meegemaakt. Ik kijk er zeer naar uit om daarmee aan de slag te gaan.”

Leiding gaan geven aan kerkelijke bijeenkomsten, of net als uw vader evangelist worden; is dat iets wat u trekt?

„Die vraag is mij al heel wat keren gesteld. Ooit ben ik naar het gymnasium gegaan met de wens later theologie te gaan studeren. Het is anders gelopen en tegelijkertijd heb ik mezelf altijd een zendeling gevoeld, ook in de politiek. Dat zal ook wel zo blijven. Weet je, als ik maar een waardige getuige van Hem mag zijn; dat is mijn diepste wens. En als dat vanaf een preekstoel moet, dan zal Hij me dat vanzelf wel duidelijk maken. Dan wacht ik dat rustig af.”

Eén ding nog: na de bekendmaking van uw afscheid zei Rutte: Ik ben redelijk in shock. Hebt u hem al gekalmeerd?

„Nee, maar geloof me, Mark heeft dat echt niet nodig. Zijn momenten van shock zijn doorgaans van korte duur.”

Meer over
ChristenUnie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer