Consumentwandeling

Flaneren langs Hellegat heeft soms iets van een safaritocht

Leuk, die naam: Vogelboulevard Hellegat-Ventjager. Maar er klopt geen hout van, ontdek ik soppend door het gras. „Het zijn geen mensen, maar vogels die hier flaneren op de boulevard, maar dan anders”, lees ik ergens. „Ze paraderen.”

13 January 2023 14:53Gewijzigd op 13 January 2023 15:01
beeld RD
beeld RD

Hoe het ook zij, een bezoek aan Hellegat-Ventjager, gelegen aan de uiterste oostkant van Goeree-Overflakkkee, is een bezoek waard, vooral als je iets met vogels hebt. Het ruige, moerasachtige terrein meet tussen de 300 en 350 hectare, met daartussen en eromheen een plas water van zo’n 50 hectare.

Komend vanuit de richting Rotterdam, en na het Hellegatsplein gepasseerd te zijn, vind je het startpunt van de boulevard op de plek waar de autoweg het vasteland van Flakkee bereikt. Direct links, daar waar de weg haaks op de buitendijk staat, zie je een parkeerplaatsje met een informatiebord. Om er te komen moet je doorrijden tot het eerstvolgende kruispunt met verkeerslichten, daar afslaan richting Ooltgensplaat, om vervolgens bij het bord ”Vogelboulevard” linksaf te slaan, terug richting de buitendijk.

Let op: het terrein zelf is niet toegankelijk, en vanwege de kuddes heckrunderen wil je er ook helemaal niet in. Staatsbosbeheer (SBB) waarschuwt op bordjes voor „zeer gevaarlijke kuddes”. Daar waar je toch via klaphekjes door hun territorium moet, geldt: verboden zodra een rund op minimaal 50 meter afstand van je staat. Op mijn voettocht richting de vogelkijkhutten blijft die waarschuwing me bij… In plaats van zorgeloos te flaneren heb ik af en toe het gevoel op een spannende safari te zijn. Overigens zijn de routes naar de kijkhutten zorgvuldig afgerasterd.

Die vogelkijkhutten, daar draait het om. Er zijn er, verspreid in het gebied, vier: Visarend, Lepelaar, Zwartkopmeeuw en Kluut. In de buurt van het dorp Ooltgensplaat is er nog een uitkijktoren (Torenvalk), maar die is even niet toegankelijk, laat een woordvoerder van SBB weten. Stuk voor stuk dragen de hutten aanlokkelijke namen. Vooral de visarend zou ik graag in de kijker krijgen. En wat te denken van de zwartkopmeeuw? (niet te verwarren met onze gewone kokmeeuw). Grootste trekker is natuurlijk de zeearend, de wolf van de lage landen. Hier jaagt deze rover niet op schapen, maar op ganzen.

Ik ben al blij als ik op deze januaridag eenden zie dobberen: slobeenden, zaagbekken, kuifeenden en krakeenden. Wandelend over de dijk maak ik bij het Groote Gat een tochtje van 3 kilometer rond een wiel – een binnendijkse plas. In het voorjaar zingt hier de blauwborst, lees ik. Juist als ik bedenk dat ik hier te vroeg ben, vliegt als een pop-upvogeltje een roodborsttapuit op uit het gras. „Maar ík ben er nog”, fonkelt het uit dat rood-zwart-witte lijfje. Prompt bespeur ik een verandering bij mezelf: ik ben de heckrunderen vergeten en ontspannen aan het flaneren geslagen.

Meer over
Buiten

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer