Begrafenis Constantijn II is privé en op koninklijk landgoed
De begrafenis van de laatste koning van Griekenland, Constantijn II, is volgens de regering een privéaangelegenheid en van een staatsbegrafenis kan geen sprake zijn. Constantijn was geen populair figuur in het land dat al sinds 1973 een republiek is. Hij wordt begraven op een voormalig koninklijk landgoed, Tatoi, aan de noordrand van Athene, waar de koninklijke familie een zomerpaleis had. De regering stuurt enkel een minister naar de begrafenis, cultuurminister Lina Mendoni. De uitvaartdienst wordt maandag gehouden in de orthodoxe kathedraal van Athene.
De drie zonen van de overleden ex-koning, Nikolaos, Pavlos en Philippos hebben met de regering afspraken gemaakt over de uitvaart. Constantijn heeft ook nog twee dochters. De oudste zoon, Pavlos, is in 1967 in het Tatoi-zomerpaleis geboren. De Griekse premier Kyriakos Mitsotakis heeft woensdag zijn „oprechte medeleven” gedeeld met de familie van Constantijn. De voormalige koning overleed dinsdag op 82-jarige leeftijd. „Het veelbewogen leven van Constantijn markeerde en werd gekenmerkt door turbulente momenten in de moderne geschiedenis van het land”, zei Mitsotakis. De dood van Constantijn vormt volgens de premier „de formele epiloog van een hoofdstuk dat met het referendum van 1974 al definitief werd afgesloten”. In dat referendum koos bijna 70 procent voor afschaffing van de monarchie.
Er is op het landgoed Tatoi een begraafplaats waar verschillende leden van het koningshuis hun laatste rustplaats hebben gevonden. Zo bevindt zich er het graf van prins Andreas, de vader van de Britse prins Philip. Vijf eerdere Griekse koningen liggen er begraven, onder wie de in 1964 overleden koning Paul, de vader van Constantijn. Welke koninklijke gasten naar Griekenland komen voor de uitvaart is nog niet bekendgemaakt.
Het landgoed met het paleis Tatoi was formeel nog eigendom van Constantijn tot 1994. Toen nam de regering van premier Andreas Papandreou het onroerend goed in beslag. Volgens Griekse media had de familie van Constantijn graag een groots afscheid met een staatsbegrafenis gewild voor de voormalige koning, die feitelijk regeerde van 1964 tot zijn vlucht eind 1967.