VN-mensenrechtenchef: Iran gebruikt doodstraf als angstmiddel
Iran gebruikt strafprocessen en de doodstraf als wapen „om individuen die deelnemen aan protesten te straffen en om de bevolking angst aan te jagen”, zegt VN-mensenrechtenchef Volker Türk. Ook roept hij Iran op om de executies te staken.
Volgens Türk zijn er de afgelopen maand vier personen geëxecuteerd zonder eerlijk proces. De Oostenrijker spreekt in een verklaring over „door de staat goedgekeurde moord.”
De mensenrechtenchef wijst erop dat de Iraanse overheid er beter aan doet „om naar de grieven van het volk te luisteren” en het beleid te hervormen voor de vrijheid van meningsuiting en de bescherming van vrouwenrechten.
De eerste van de vier executies, die van Mohsen Shekari, werd uitgevoerd op 8 december. Vier dagen later werd Majidreza Rahnavard geëxecuteerd, slechts 23 dagen na zijn arrestatie. Op 7 januari werden Mohammad Mehdi Karami en Mohammad Hosseini ter dood gebracht. Zij werden allen geëxecuteerd zonder dat de families werden ingelicht. Zeker zeventien anderen zouden ook ter dood zijn veroordeeld. Volgens het mensenrechtenbureau van de VN zijn er bovendien nog twee executies op handen. Nog tot honderd anderen lopen het risico op zware straffen.
In september braken er grootschalige protesten uit in Iran na de dood van de 22-jarige Mahsa Amini. Deze vrouw van Koerdische afkomst stierf in detentie nadat ze door de politie was opgepakt omdat ze haar hoofddoek te los zou hebben gedragen. Het is de grootste protestgolf sinds jaren in het land.