„Christenen kiezen niet met zorg”
Weinig christenen uit de achterban van de SGP en de ChristenUnie hebben een christelijke zorgverzekeraar. Slechts 4 procent heeft een ziektekostenverzekering bij Pro Life Zorgverzekeringen. De eveneens pro life getinte DVZ Zorgverkeringen komt niet verder dan 2 procent.
Dat blijkt uit het vrijdag gepresenteerde rapport ”Kiezen met zorg”, dat in opdracht van beide zorgverzekeringen is opgesteld. Veel mensen zitten vast aan collectieve contracten via hun werkgever. Bij de SGP’ers en CU’ers die wel zelf kunnen kiezen, zo’n 40 procent van het geheel, liggen de percentages iets hoger: 9 procent zit bij Pro Life, 4 procent bij DVZ.
Toch zou bijna de helft van de orthodox christelijke achterban maandelijks 11 euro meer willen betalen voor een christelijke zorgverzekeraar; 38 procent zelfs 23 euro per maand. Prof. dr. D. Post, hoogleraar sociale geneeskunde in Groningen, gelooft daar niet zo in. „Sociaal wenselijke antwoorden”, zo kritiseerde hij vrijdag de resultaten.
Voor de CU-/SGP-achterban is levensbeschouwing veruit de belangrijkste reden om voor deze zorgverzekeringen te kiezen. Lage premie scoort bij andere verzekeringen hoog, zo blijkt uit de gepubliceerde cijfers van het NIPO. Beschermwaardigheid van het leven vinden zij een ander belangrijk punt.
Zo wijst het overgrote deel van de ondervraagde SGP- en CU-achterban abortus provocatus (92 procent), euthanasie (90) en geslachtveranderende operaties (77) af. Lager ligt de tegenstand tegen gentherapie (45 procent), cosmetische chirurgie (30), reageerbuisbevruchting (23), vruchtwaterpunctie (21), de anticonceptiepil (14) en vaccinaties (5).
Daarom moet er een mogelijkheid voor verschillende pakketten komen, zodat mensen echt pro life kunnen kiezen, betoogde prof. dr. ir. H. Jochemsen van het Lindeboom Instituut, die het rapport mede schreef. Dat rapport is tevens een christelijke blauwdruk voor het toekomstige zorgstelsel. Dat moet zijn gebaseerd op solidariteit en barmhartigheid, aldus het rapport.
Het pleidooi in het rapport voor een nominale premie (een vast bedrag) ondervond veel tegenstand van Post, het CDA-kamerlid Buijs en zijn PvdA-collega Arib. Overigens leken de laatste twee voorstander te zijn van een betere vergoeding voor de vrouwenhulpverlening van de VBOK.