Eichelsheim: In nood defensiebedrijven dwingen meer te produceren
De Nederlandse staat moet in crisis- en oorlogstijd kunnen afdwingen dat defensiebedrijven meer gaan produceren.
Daarvoor pleit Commandant der Strijdkrachten Onno Eichelsheim dinsdag in NRC. Hij wil onderzocht hebben hoe de (nood)wetgeving kan worden aangepast om te voorkomen dat Nederland in eventuele oorlogstijd zonder munitie komt te zitten.
Volgens Eichelsheim is Nederland voor de productie van wapens en munitie sterk afhankelijk van het buitenland. De afgelopen jaren had Defensie daarnaast gebrek aan de meest uiteenlopende spullen – van moderne gevechtskleding tot munitie.
De 56-jarige baas van de krijgsmacht wijst in NRC erop dat als de productie stagneert, het lastig wordt om nog oorlog te voeren. „Dus moeten we om tafel gaan om in Nederland het staatsnoodrecht op te frissen voor het geval de productie zo achterblijft dat dit ten koste gaat van de veiligheid”, zegt hij in de krant. Volgens de commandant moet er worden nagedacht „of en wanneer” een dergelijke maatregel moet worden ingezet.
Avondklok
Het staatsnoodrecht is een wettelijk stelsel dat in een noodsituatie gebruikt kan worden om uitzonderlijke maatregelen te treffen. Met zo’n nood-breekt-wetaanpak kan de staat defensiebedrijven dwingen om meer, of heel specifieke goederen te produceren. Vorig jaar gebruikte het kabinet het staatsnoodrecht om de gemeenten te belasten met de opvang van Oekraïners. Ook haalde het kabinet het staatsnoodrecht van stal toen het tijdens de coronacrisis de avondklok invoerde.
Vanwege onder meer de ervaring van de laatste jaren met crisiswetgeving voor de coronamaatregelen wordt het staatsnoodrecht opnieuw tegen het licht gehouden. De Raad van State oordeelde als adviesorgaan van de regering een jaar geleden nog dat het staatsnoodrecht op onderdelen achterhaald is.