Thorarollen Israëlmuseum ouder dan gedacht
Wetenschappelijke bestudering van twee kleine, gehavende rolletjes zilver met inscripties, uit de collectie van het Israëlmuseum in Jeruzalem, lijkt erop te wijzen dat deze honderden jaren ouder zijn dan de befaamde Dode-Zeerollen uit Qumran.
Dat bericht de digitale nieuwsbrief Joods.nl van deze week.
De Israëlische archeoloog Gabriel Barkay, hoogleraar bijbelse archeologie aan de Bar-Ilan Universiteit Tel Aviv, ontdekte de rolletjes in 1979 bij opgravingen in het Hinnomdal, in de buurt van het treinstation aan de zuidwestelijke muur van de oude stad van Jeruzalem. De rolletjes waren opgeborgen in kleine aardewerken urntjes.
Het uitrollen en conserveren van de broze zilverrolletjes nam drie jaar in beslag. Pas daarna stelde het Israëlmuseum ze ter beschikking voor wetenschappelijk onderzoek. De oeroude inscripties waren nauwelijks zichtbaar. Barkay zocht contact met dr. Bruce Zuckerman, hoogleraar semitische talen aan de University of South California, die een geavanceerde digitaal-fotografische techniek heeft ontwikkeld voor het bestuderen van de Dode-Zeerollen en andere zeer oude en kwetsbare artefacten.
Volgens de wetenschappers stammen de amuletten uit de tijd van de aanval op de tempel ten tijde van Nebukadnezar, in 587 voor Christus, en zijn ze daarmee honderden jaren ouder dan de befaamde Dode-Zeerollen uit Qumran, die gedateerd worden tussen de 2e eeuw vóór en de 2e eeuw na Christus.
De amuletjes, met een afmeting van 2,5 bij 10 cm, bestaan voor 99 procent uit zilver en voor 1 procent uit koper. Ze werden opgerold en als amulet aan een ketting om de hals gedragen.
De amuletjes bevatten een passage uit het vierde boek van Mozes, met de zogenaamde aäronitische priesterzegen (Numeri 6:24-26): „Jehovah zal u zegenen en behoeden. Jehovah zal u Zijn stralend gelaat toewenden en u genadig zijn. Jehovah zal Zijn blik op u gericht houden en u vrede schenken.” De tekst is, aldus Joods.nl, vrijwel identiek aan de woorden die door de traditie werden overgeleverd.
In sommige wetenschappelijke kringen heerst de opvatting dat de thora werd opgeschreven ten tijde van de overheersing van Judea in de 4e eeuw voor Christus.