Buitenland

Herstel betrekkingen Cuba-EU tactische zet van Castro

Cuba normaliseert de diplomatieke contacten met de Europese Unie alsmede met alle EU-landen die ambassades hebben op het eiland, waaronder Nederland. Dat zei de Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken, Pérez Roque, maandag tegen de media.

Marie van Beijnum
11 January 2005 09:50Gewijzigd op 14 November 2020 02:05

Het lijkt een mooi gebaar, maar het is een nieuwe tactische zet van El Líder, de vos die zijn streken niet is verloren.

Havana herstelde vorige week al de diplomatieke banden met acht landen van de EU (Frankrijk, Engeland, Duitsland, Italië, Oostenrijk, Griekenland, Portugal en Zweden). Cuba nam dit besluit omdat de EU-commissie over betrekkingen met Latijns-Amerika (Colat) voorstelde niet langer Cubaanse dissidenten op officiële recepties op de ambassades uit te nodigen. Het gaat hier in de ogen van het Cubaanse regime overigens niet om dissidenten, maar om „door de VS betaalde en gedirigeerde infiltranten”, aldus Pérez Roque.

Het heeft er alles van weg dat Castro het besluit van Europa beloont met herstel van diplomatieke contacten. Nederland behoort niet tot het rijtje van de geprivilegieerde acht, omdat Den Haag volgens Cuba gekant is tegen beëindiging van de bevroren relaties van de EU met Cuba. Maar het heeft wel een ambassade in Havana, dus mag Nederland zich ook wentelen in de gunst van Cuba.

België behoort evenmin tot de bevoorrechten, maar dat heeft een andere reden. De Belgische ambassade vermeed het namelijk altijd al, Cubaanse dissidenten op recepties uit te nodigen.

Cuba herstelde onlangs zelf de diplomatieke relatie met Hongarije en Spanje. Met name Spanje oriënteert zich binnen Europa sterk op een nieuw Cuba-beleid en probeert medestanders te krijgen. Madrid meent dat sancties weinig effect hebben. Het Europese Cuba-beleid staat trouwens al enige tijd onder interne druk en zal later deze maand worden besproken. Brussel weet niet waar het met Havana heen moet. Betekenisvol is wel dat de jongste EU-lidstaten, de voormalige socialistische broederlanden van Cuba, een scherpere houding tegenover het totalitaire regime bepleiten dan Spanje en consorten.

De relatie van Cuba met de EU-landen staat op een laag pitje sinds het regime van Fidel Castro in juni 2003 75 dissidenten zonder pardon achter de tralies zette met straffen van 6 tot 28 jaar. Eind november werden zes andersdenkenden in vrijheid gesteld en waren er signalen die duidden op meer vrijlatingen, die er niet zijn gekomen. Van de 75 dissidenten zitten er nu nog 61 gevangen.

Een tactische zet van Castro, zo moet de Cubaanse manoeuvre worden gezien. Als de EU aandringt op vrijlating van dissidenten, laat Castro er mondjesmaat een paar vrij. Dat bevordert dan weer de gedachte bij de voorstanders van de Spaanse lijn dat een dooi in het Cubaanse ijs aanstaande is. Als steeds meer landen gehoor geven aan het Spaanse verzoek aan Europese partners om Cubaanse dissidenten op recepties te weren, reageert Castro met het aanbod tot herstel van diplomatieke contacten. Niets nieuws onder de zon, want de geschiedenis heeft geleerd dat Castro in zijn gevangenen nooit iets anders heeft gezien dan pionnen op een internationaal schaakbord.

Intussen is er in Cuba zelf geen sprake van een trend richting een politieke opening of een breuk met het verleden. Dissidenten komen door de nieuwe maatregel in een verder isolement terecht. Het valt daarom te betreuren dat Europa onafhankelijke Cubaanse geesten niet voluit erkent en steunt. Het zou beter zijn als de EU de oren te luisteren zou leggen bij Cubaanse dissidenten, die immers een vreedzame wisseling van de wacht in Cuba beogen.

Martha Beatriz Roque, een van de veertien dissidenten van de oorspronkelijke groep van 75 die vorig jaar werden vrijgelaten, sprak bijvoorbeeld haar teleurstelling uit over de jongste ontwikkelingen. „Wij blijven ons inzetten voor democratie in Cuba, ondanks dat de Europese Unie ons de rug toekeert en de Cubaanse regering steunt.” Andere vrijgelaten dissidenten hebben te kennen gegeven dat er helemaal geen sprake is van een nieuw tijdperk in Cuba. Het is nog altijd „más de lo mismo”: veel van hetzelfde.

Het jongste besluit van Cuba moet Europa juist tot waakzaamheid stemmen. Het regime van Castro probeert een wig te drijven in het Europese kamp. Nu Nederland geen voorzitter meer is, ziet Cuba weer licht gloren. In het verlengde van het diplomatieke herstel ligt namelijk hervatting van de handel - iets waar Cuba het uiteindelijk op heeft gemunt en waar Europa ook niet vies van is.

De Cubaanse dissident Oswaldo José Payá Sardiñas, die in 2002 de Europese Sacharov-prijs kreeg, schreef EP-voorzitter Borrell in november een betekenisvolle brief met de volgende strekking. „Alle regeringen, regionale en internationale associaties respectievelijk instellingen moeten allereerst amnestie eisen voor de politieke gevangenen indien zij werkelijk normale betrekkingen met Cuba wensen aan te gaan en vooral geen relatie die samengaat met de schending van de rechten van alle Cubanen.” Europa’s bestuurders zouden er goed aan doen deze brief ter harte te nemen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer