De les van tante Mijntje
Afgezien van wat foto’s heeft Rein den Hertog geen tastbare herinneringen aan ”Mijntje Bijbel”, maar dat verdriet hem niet. De herinneringen draagt hij altijd bij zich. „Ze was een geestelijke moeder voor me, ik kon haar alles vragen.”
De tafel ligt bezaaid met foto’s en een paar boeken. Ter voorbereiding van het gesprek heeft Rein den Hertog (72) zelfs een plattegrond gemaakt van de begane grond van de woning van ”Mijntje Bijbel”. Met pen, op een vel papier. Als hij zijn ogen sluit, ziet de zakenman uit Harmelen, ouderling in de gereformeerde gemeente van Nieuwer Ter Aa, alles weer voor zich.
„Hier had je de keuken met een paar petroleumstellen. In de woonkamer stond naast de deur een harmonium. Daarboven hing een getekend portret van Cornelis den Hertog, de vader van tante Mijntje. In deze hoek hing een comtoiseklok, die is later naar een nichtje van me gegaan. Ernaast stond een ouderwetse, met leer beklede leunstoel, dat was een soort heilige plek. „Daar zat vader altijd”, zei tante Mijntje. Ik heb er haar nooit in zien zitten.”
Het opklapbed in de achterkamer was voor logés, onder wie dominees die in de gereformeerde gemeente van Nieuwer Ter Aa kwamen preken en de zondag overbleven. Tante Mijntje sliep in een bedstede op de eerste verdieping. Naast de achterkamer had de vrijgezel haar winkeltje. „Na het overlijden van haar vader werd ze financieel ondersteund door broers en zussen bij wie ze altijd voor nop had schoongemaakt. En door een aantal mensen uit het dorp. Als ik boodschappen bezorgde, kreeg ik soms een envelop voor haar mee. Die inkomsten vulde ze aan met de verkoop van boeken en klein linnengoed.”
Gezag
Chris den Hertog, de vader van Rein, dreef een kruidenierswinkel in Nieuwer Ter Aa. De woning ernaast was ooit van Cornelis den Hertog, klompenmaker, oefenaar, boekverkoper en vader van veertien kinderen. Mijntje was zijn jongste dochter. Ze bleef ongehuwd, verzorgde haar ouders tot hun dood en bleef in het ouderlijk huis wonen.
„Mijn vader was een volle neef van haar. Wij zeiden ”tante Mijntje”. De mensen die niet tot de familie behoorden, noemden haar ”Mijntje Bijbel”. Veel inwoners van ons dorp hadden een bijnaam; die van haar was tegelijk een erenaam. Ze leefde met de Bijbel en de psalmen. De Heidelbergse Catechismus kende ze uit haar hoofd. Het was een matriarchale vrouw, die in het hele dorp gezag had. Met iedereen leefde ze mee en iedereen kon bij haar aankloppen.”
Voor Mijntje zelf was vader Cornelis de gezaghebbende figuur, zelfs na zijn dood. „Een van haar vaste uitdrukkingen was: „Vader zei altijd…” Of: „Vader zou zeggen…” Dan kwam er weer zo’n tegeltjeswijsheid, maar altijd ontleend aan de Bijbel. Die stond voor haar boven alles, vandaar haar bijnaam. Toen haar vader zwak van geheugen werd, wisselden de rollen en was zij voor hém de grote steun. In zijn nadagen als ouderling moest ze, wanneer hij de dienst leidde, meer dan eens ingrijpen. Om ongemakkelijke situaties te voorkomen of te verhelpen.”
Poezen
De boodschappen die ze wekelijks bij neef Chris bestelde, met behulp van het boodschappenboekje, werden door Rein bezorgd. „Tussendoor vroeg ze geregeld: „Ach jongen, haal even een pakje Pickwickthee voor me.” Die mengde ze met een ander soort thee, dat was haar eigen melange. Haar vaste huisgenoten waren een paar poezen, waar ze dol op was. Onder het eten deed ze wat roomboter aan een vinger, die de poezen dan aflikten. Wanneer ze jongen hadden gekregen, moest ik die opruimen. Voor van alles en nog wat werd Rein ingeschakeld.”
Vanaf zijn puberteitsjaren kreeg Den Hertog in toenemende mate geestelijke gesprekken met de 45 jaar oudere Mijntje. „Ze was een geestelijke moeder voor me, ik kon haar alles vragen. „Wanneer bent u nou bekeerd, tante Mijntje? En wat bracht u aan het avondmaal?” Ik herinner me nog goed dat ze me eens vertelde hoezeer ze voor een avondmaalsdienst door de duivel werd aangevochten, maar toch was aangegaan.”
Zo nodig werd Rein door haar vermaand. „Mijn vrouw komt uit de Hervormde Kerk. Omdat ze erg moest wennen aan het preeklezen in de gereformeerde gemeente, ging ik in onze verkeringstijd zo nu en dan met haar mee. Dat kon tante Mijntje niet zo waarderen. „Jongen, je moet kíézen!” Wat ik moest kiezen, was duidelijk. Haar vader was aan het begin van zijn huwelijk uit de Hervormde Kerk vertrokken. Later heeft hij met enkele anderen de gereformeerde gemeente van Nieuwer Ter Aa gesticht. Voordat hij zich aansloot bij de Gereformeerde Gemeenten, sprak hij als oefenaar in een aantal vrije gemeenten, her en der in het land.”
Oude schrijvers
Nadat ze een heup had gebroken, verhuisde tante Mijntje naar een verzorgingshuis in Mijdrecht. „Daar sloeg de dementie toe, een familiekwaal. Ze bleef me herkennen, maar haar geheugen was ernstig aangetast. Bij elk bezoek informeerde ze wanneer ik ging trouwen, terwijl we jaren eerder al getrouwd waren. In 1982 is ze overleden, op 77-jarige leeftijd. Onze kerk zat tijdens de rouwdienst mudvol.”
Onlangs zette Den Hertog zich tot het lezen van ”Der vromen ondervinding”, een werk van de oudvader Lambertus Myseras. Mede door de herinneringen aan tante Mijntje. „Die haalde nogal eens een uitspraak van Myseras aan. De wereld en de werken van de oude schrijvers waren haar zeer goed bekend. Het duurde jaren eer ik ging ontdekken wat daarin te vinden is.”
Eén bijzondere herinnering aan tante Mijntje wil hij nog kwijt. „Op een keer trof ik haar heel verdrietig aan. Ze had een kopje gebroken, het kopje waaruit haar moeder altijd theedronk. Ook voor haar had ze hoge achting. Met betraande ogen keek ze me aan. Ik wist niet goed hoe ik moest reageren. Wat moet je zeggen van een gebroken kopje dat voor jou geen emotionele waarde heeft?”
Hij hoefde ook niets te zeggen. „Met een stem die van toon veranderde, vervolgde ze: „Wat ben ik toch een stumper, dat ik zo veel waarde hecht aan zo’n dom kopje. Foei toch, Mijntje, kijk omhoog. De Heere is zo goed voor je.” Het leed was geleden. Die les is mij altijd bijgebleven.”
Van generatie tot generatie
Voorwerpen in huis vertellen soms hele verhalen over een familie. Wat zegt die antieke klok, dat oude boekje, die stukgelezen Bijbel over opa, oma, oudtante, oom? En wat bleef er bewaard bij de kinderen?