Alert op de ramp ná de ramp
Drs. Ton de Wijs is sinds kort begeleider van de laatste groep Nederlanders die in Thailand is achtergebleven omdat van hun vermiste familie of vrienden nog niets is vernomen. Traumapsycholoog heet zijn functie. Wat doet zo iemand, en waar komt het bij hulpverlening op aan? „Praktische problemen helpen oplossen, zoals het invullen van formulieren, dat is belangrijk.”
De Wijs komt net terug van een rondgang door het rampgebied, en is neergestreken in het provinciehuis van Phuket, dat fungeert als verzamelgebouw voor ambassades die landgenoten met vragen over vermisten te woord staan. En aan de vele vlaggetjes op de tafels is te zien dat dit er nogal wat zijn.
Wat moeten mensen nu met een psycholoog bij zoiets ingrijpends?
„Mensen zijn hevig geëmotioneerd. Vertonen soms reacties die ze niet van zichzelf kennen. Dat kan de stress die ze toch al hebben, behoorlijk verhogen. Wat ik dan kan doen, is adviseren, bijvoorbeeld aan ambassadepersoneel, hoe met deze mensen om te gaan. En ik laat de mensen zelf ook weten dat het heel normaal is dat ze zulke reacties hebben. Verder is het vlak na een ramp goed om snel praktische problemen op te lossen en ervoor te zorgen dat er een situatie wordt gecreëerd waarin men zich weer enigszins veilig voelt. Hoe langer dat uitblijft, des te meer stress je oploopt en des te lastiger is het om het later te behandelen. De ramp na de ramp, noem ik dat altijd. De nasleep van een ramp is voor betrokkenen vaak moeilijker dan het moment van de ramp zelf.”
De Wijs wijst erop dat in de beginperiode de problemen vooral van praktische aard zijn, zoals het invullen van formulieren. „De echte psychologische klachten komen pas later. In het begin heeft iedereen wel stressreacties, is er herbeleving van wat is gebeurd, en zijn er vaak heftige emoties. Bij de meeste mensen vlakt dat na een week of zes weer af. Ze krijgen dan weer greep op de situatie. Op dat moment zie je een groep opkomen die dat niet lukt. Dan begint pas het klinische werk. Wat ik samen met mensen van de ambassade en de ANWB doe, is in feite de voorwaarden creëren om zo’n gezonde verwerking mogelijk te maken.”
Hulp geven is als het oppakken van een egel. Alles ligt zo gevoelig.
„Valt reuze mee. Als mensen zich eenmaal op hun gemak voelen bij je, komen de verhalen meestal vanzelf. Wat bij deze ramp sterk speelt, zijn gevoelens van schuld, van tekortgeschoten zijn: had ik niet beter dit of dat kunnen doen? Mensen hebben hun dierbaren in zee zien verdwijnen, door krachten waartegen ze absoluut niets konden doen, en dan toch die schuldgevoelens. Ik probeer ze dan duidelijk te maken dat achteraf bezien het altijd zo is dat je tekortschiet. Door samen het moment van de ramp weer opnieuw te beleven, probeer je te laten zien wat een onredelijke eis ze zichzelf stellen. Daar komt bij dat als mensen iets meemaken wat ze nog nooit hebben meegemaakt ze als het ware volledig lamgeslagen worden. ”Freezing” noemen we dat in jargon. Ze maken het voor het eerst mee en geloven hun eigen ogen niet, weten ook niet wat ze moeten doen.”
Er zijn hier nog mensen die hoop hebben dat hun vermisten nog in leven zijn.
„Je kunt vaak maar beter weten dat iemand echt is overleden, dan dat hij vermist is, want dan word je heen en weer geslingerd tussen hoop en wanhoop. Alleen al het zien van de ravage zorgt er gelukkig voor dat mensen nu zelf gaan beseffen dat de kans op overleving wel heel klein is geworden. En dat is heel belangrijk, want je komt pas aan verwerken toe als je ervan overtuigd bent dat iemand toch echt overleden is.”
Wat vindt u van al die gruwelijke foto’s van lichamen die de Thaise autoriteiten publiceren?
„Die kunnen natuurlijk meehelpen om afstand tot de vermiste te creëren, omdat je hem of haar niet meer als persoon herkent. Wat dat betreft zijn foto’s van vermisten die tijdens hun leven zijn genomen (en waarvan er ook volop worden opgehangen) misschien nog wel heftiger om te zien, omdat je daar gemakkelijk een relatie mee hebt. Je ziet soms dat sieraden die op een lichaam zijn gevonden, buitengewoon waardevol voor iemand zijn, juist omdat de overledene ze tot op het laatste moment heeft gedragen.”
Heel de wereld leeft mee met deze ramp. Helpt dat de nabestaanden bij het verwerken?
„Het kan twee kanten opgaan. Voor verwerking is nodig dat je afstand kunt nemen van wat is gebeurd, op momenten dat jij dat wilt. Zo’n grote gebeurtenis verwerk je nu eenmaal niet in één keer, dat gebeurt in stapjes. Maar zelf die momenten kiezen is lastig als iedereen ervan weet en je blijft bevragen. Daarnaast moet je mensen die veel hebben meegemaakt ook de ruimte geven als die alleen willen praten met diegenen bij wie ze zich veilig voelen. De andere kant is dat massale belangstelling je de erkenning geeft dat jou wat ernstigs is overkomen - iets wat mensen altijd nodig blijken te hebben om toe te kunnen geven aan hun emoties.”
Te veel psychologiseren kan ook, vindt De Wijs. „Het is zeker niet goed als je in een sfeer zit waarin mensen er niet over kunnen praten, waarin je ellende gebagatelliseerd wordt door anderen. Waar het op aankomt, is een -overigens lastige- mix van steunen en tegelijkertijd de ander ook niet toestaan zijn problemen eindeloos uit te vergroten.”
Is verdringen altijd verkeerd?
„Nee, niet altijd. Want je moet ook niet eindeloos dingen naar voren halen. En soms moet je even dat stapje zetten waardoor je weer tot rust komt. Het hoeft helemaal niet dat de laatste steen boven moet komen om te herstellen. Als je er last van hebt -je blijft heftige angsten houden, je slaapt slecht, of je blijft situaties vermijden waarmee je dagelijks geconfronteerd wordt- dán moet je er zeker wel wat aan doen.”