Miljoenenschikking Shell om olielek Nigeria
Olieconcern Shell en Milieudefensie hebben vrijdag een schikking getroffen voor de afhandeling van verschillende olielekken in Nigeria. Als onderdeel van die schikking moet Shell 15 miljoen euro betalen aan gedupeerde partijen, waaronder lokale gemeenschappen.
Milieudefensie beschouwt de schikking als een schadevergoeding voor de boeren, Shell benadrukt in een verklaring dat de schikking „geen erkenning van aansprakelijkheid” inhoudt.
De rechtszaak werd bijna vijftien jaar geleden gestart door vier lokale boeren en vissers in samenwerking met Milieudefensie. Centraal daarin stond een olielek dat in 2004 ontstond bij het dorp Goi in Nigeria. Een tweede lek was in juni 2005 bij het dorp Oruma. Grote gebieden raakten daarbij besmeurd. Er wordt daarnaast geschikt voor twee lekkages als gevolg van sabotage in Ikot Ada Udo in 2006 en 2007.
In januari vorig jaar oordeelde het Haagse gerechtshof nog dat Shell een schadevergoeding aan gedupeerde Nigeriaanse boeren moest betalen. Omdat de grond onbruikbaar werd en visgebied verloren ging, verloren ze ook hun middelen van bestaan. Die schadevergoeding gold enkel voor de olielekkages in Goi en Oruma, niet voor die in Ikot Ada Udo.
In mei 2021 ging Shell tegen die uitspraak in cassatie. De cassatie bij de Hoge Raad ging om de maatregelen die Shell moest nemen om olielekkages in Nigeria eerder te kunnen stoppen. Zo moest het concern een lekdetectiesysteem plaatsen. Het bedrijf had moeite met de manier waarop het proces was verlopen, vooral omdat het aan „behoorlijk overleg” met alle partijen ontbrak.
Shell en Milieudefensie geven nu in een gezamenlijke verklaring aan dat een onafhankelijke deskundige heeft bevestigd dat de Nigeriaanse tak van Shell een detectiesysteem heeft geplaatst op de olieleidingen. In combinatie met het schikkingsbedrag komt daarmee een einde aan de jarenlange juridische strijd.