Griepvirus grijpt om zich heen, corona blijft op afstand
De griepepidemie is begonnen, meldde het RIVM woensdag. Ook andere virussen zorgen voor een hoog ziekteverzuim. Hoe uitzonderlijk is dat voor de tijd van het jaar? Vijf vragen.
Waarom spreekt het RIVM van een griepepidemie?
Het aantal gevallen van griep neemt hard toe. Vorige week bezochten 52 op de 100.000 mensen de huisarts met een griepachtig ziektebeeld. De week ervoor ging het nog om 30 op de 100.000 mensen. Bij 21 procent van de monsters die huisartsen de afgelopen week bij patiënten afnamen, werd het influenzavirus aangetroffen.
Van een griepepidemie is officieel sprake als minstens 58 op de 100.000 mensen een griepachtig ziektebeeld hebben en 10 procent van de onderzochte monsters het griepvirus bevat. Het RIVM oordeelt daarom dat het woord epidemie nu op zijn plaats is.
Welke virussen gaan er nog meer rond?
Een virus dat zelfs nog vaker dan influenza –dat griep veroorzaakt– wordt aangetroffen is het humaan metapneumovirus (hMPV). hMPV is na RSV –dat nu ook veel rondwaart– de belangrijkste verwekker van acute onderste luchtweginfecties bij kinderen. Volwassenen hebben meestal weinig last van dit virus.
Influenza, hMPV en RSV behoren tot de zogenaamde luchtwegvirussen, ziekteverwekkers die zich nestelen in het slijmvlies van de neus, keel of luchtpijp –de luchtwegen– en klachten als hoesten en een loopneus veroorzaken.
En corona dan?
Het coronavirus vormt een klein deel van de virussen in de onderzochte monsters. Van de patiënten testte de afgelopen week 3 procent positief op corona. Maar door zelftests is dat beeld vertekend, waarschuwt Mariëtte Hooiveld, projectleider bij het Nivel, dat de cijfers analyseert. Mensen die een zelftest doen en positief testen op corona, zullen immers niet snel naar de huisarts gaan voor nóg een test.
Een andere bron van informatie over de coronasituatie is de Infectieradar van het RIVM. Hierbij vullen duizenden Nederlanders wekelijks een vragenlijst in waarin ze rapporteren of ze klachten hebben die duiden op corona, zoals koorts, hoesten of verlies van geur en smaak. Het aandeel deelnemers met deze klachten nam de afgelopen maand licht toe, van 4,3 procent op 17 november naar 6,5 procent een maand later. Van de ruim 2100 deelnemers aan de enquête testte de afgelopen week 1,4 procent positief op corona.
Het aantal mensen met een infectie in de luchtwegen neemt flink toe. Hoe uitzonderlijk is dat?
Het is normaal voor de tijd van het jaar dat luchtwegvirussen zoals influenza rondgaan. Mensen brengen veel tijd binnenshuis door, en bekend is dat besmettingen daar eerder optreden dan buiten. Ook ventileren mensen bij lage temperaturen minder goed dan in de zomer. Virussen kunnen daardoor blijven hangen.
Dat er nu sprake is van een griepepidemie, is niet uitzonderlijk. Bijna elke winter grijpt influenza om zich heen. De griepepidemie van het seizoen 2018/2019 begon –net als dit jaar– in week 50 en duurde in totaal 14 weken.
Door de coronamaatregelen bleven luchtwegvirussen de afgelopen drie jaar op afstand. Slaan ze nu extra hard toe?
De cijfers van onderzoeksinstantie Nivel leveren daarvoor een voorzichtige aanwijzing. Het aantal mensen met een acute luchtweginfectie neemt sterk toe en is beduidend hoger dan in 2020 en 2021. Ook ligt de lijn iets boven die van 2019, het jaar vóór de pandemie.
Een andere graadmeter voor de ernst van de klachten is het aantal mensen met een longontsteking. Dit aantal zit ook flink in de lift en ligt op dit moment iets hoger dan in 2019. Pas aan het eind van het griepseizoen –vermoedelijk over ongeveer drie maanden– is vast te stellen of er daadwerkelijk meer mensen dan gebruikelijk ernstige luchtwegklachten hadden of eraan overleden. Dat zou dan kunnen wijzen op een verminderde immuniteit door de coronamaatregelen.