Synode zoekt haar identiteit
De Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) willen graag kerken worden met een heldere identiteit. Zij willen een nieuwe eensgezindheid opbouwen. Maar meer dan tot een eerste doordenking van inhoud en bedoeling van het synodewerk kwam het vrijdag niet. De synodeleden deden een moment aan zelfreflectie.
De synode van Zuidhorn discussieerde vrijdag over een lezing die prof. dr. M. te Velde enkele weken geleden hield voor synodeafgevaardigden. Hij hield deze om een stuk bewustwording op gang te brengen. „Wat willen we dat een synode is, en doet en betekent in het midden van de kerken?” vroeg hij vrijdag aan de synodeleden.
Ds. M. van Veelen (Delft) zag de hele discussie over de voorvraag van een synode niet zitten, „omdat de kerken het niet ingebracht hebben.” Hem staat een christocratie voor ogen waarbij alleen op hoofdlijnen eenheid is. Dat moet volgens hem zeker het geval zijn inzake de belijdenis. Vrijgemaakten moeten elkaar dan aanspreken op Christus en alleen dat vastleggen wat echt noodzakelijk is.
Ds. P. Houtman (Twijzel) is erg bezorgd dat zijn kerken een topzwaar en onbetaalbaar kerkelijk toporgaan krijgen. Ds. J. H. Smit (Brunssum), die gesproken had met de strategiedirecteur van DSM, legde een visie op kerkzijn op tafel. In plaats van een paraplukerk, „met weinig relevant centraal beleid” ziet hij graag een gereformeerde, missionaire kerk.
Moderamenlid dr. E. A. de Boer ziet graag heldere kerkelijke contouren getekend, om zodoende ook doeltreffender te kunnen vergaderen als synode. Prof. Te Velde wil dat synodeleden een weloverwogen afbakening zien betreffende hun kerken. „Wat voor een kerk willen we eigenlijk zijn, en hoe breed mag dat allemaal wezen?” Als daarover helderheid is, moet er vervolgens een krachtige en heldere identiteit staan, waaruit een nieuwe eensgezindheid opgebouwd moet worden. Prof. Te Velde had de synodeleden voor de synode van start ging voorgehouden dat een synode geroepen is besluiten te nemen waarin de situatie van alle kerken wordt doorberekend. „U moet dus rekening houden met een grotere pluraliteit dan we vroeger hadden. U moet besluiten nemen met een katholieke bandbreedte, waarbij het hele spectrum van de kerk in beeld is.”
De hoogleraar zei verder dat de spanning die op dit moment tussen lokale kerken en de synode annex haar deputaten bestaat, haar oorsprong vindt in het gegeven dat we „onze identiteit niet helder hebben en in de paradigmashift sinds 1985. Maar ook in de pluraliteit die er de laatste tien jaar onder ons gegroeid is. Onze koers is nog niet gevonden.” Het woord ”paradigmashift” moest hij uitleggen. „Vroeger waren er onder ons onbetwistbare zekerheden. We wezen het Liedboek radicaal af, evenals de vrouw in het ambt, hadden een eenduidige visie op de ware kerk en op de taak van de vrouw. Dat is allemaal minder eensluidend. Neem al het feit dat tweederde van onze gezinnen twee tot anderhalf inkomens kent.”
De discussie ging niet gepaard met besluitvorming.