Uitspraak in tegen Staat aangespannen zaak opvang asielzoekers
Het gerechtshof in Den Haag doet dinsdag uitspraak in het hoger beroep van het kort geding dat VluchtelingenWerk Nederland (VWN) aanspande tegen de Staat en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). In oktober bepaalde de rechter dat de kwaliteit van de opvang van asielzoekers onder de aanvaardbare norm is gezakt en per direct verbeterd moet worden. De Staat en het COA gingen in beroep tegen deze uitspraak. Staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) liet vorige week nog weten dat het kabinet de bevelen van de rechter niet kan nakomen.
De zaak gaat vooral over de situatie in Ter Apel en de opvang van asielzoekers in de (crisis-)noodopvang. De rechter stelde VWN grotendeels in het gelijk en bepaalde dat de Staat en het COA verplicht zijn asielzoekers menswaardig op te vangen. „De huidige opvang in en rond Ter Apel en in (crisis-)noodopvanglocaties voldoet op onderdelen niet aan die normen”, aldus de rechter in oktober. „Aan sommige normen moet direct worden voldaan, en aan andere op een zo kort mogelijke redelijke termijn.”
De Staat en het COA dienden direct een verzoek tot schorsing in bij het Haagse hof, met de bedoeling de maatregelen opgeschort te krijgen tot na het oordeel van de rechter in hoger beroep. Het hof wees dat verzoek half oktober af met als overweging dat het belang van de asielzoekers zwaarder weegt dan het belang van de Staat. Het hof merkte daarbij op dat de Staat uitstel wilde voor maatregelen die kwetsbare mensen aangaan, zoals kinderen en zieken.
Vorige maand diende het hoger beroep in de zaak, de landsadvocaat gaf toen al aan niet gelukkig te zijn met de situatie maar „we kunnen in redelijkheid niet meer”. Staatssecretaris Van der Burg herhaalde dat vorige week. Hij betreurt het zeer, maar volgens hem is de weg uit de opvangcrisis „helaas niet van vandaag op morgen gereed”.
Zo is het „onhaalbaar” om zo snel mogelijk in Ter Apel maximaal 55 minderjarige asielzoekers voor 5 dagen te huisvesten, schreef hij de Tweede Kamer. „Als gevolg van de aanhoudend hoge instroom en gebrekkige doorstroom is dit binnen de door de rechter gestelde termijnen […] een onrealistische opgave gebleken.” Ook kan volgens de staatssecretaris niet aan de eis van de rechter worden voldaan om alle kinderen binnen drie maanden op een school te krijgen.