Greenpeace: akkoord beschermt natuur ‘enkel op papier’ goed
Het biodiversiteitsakkoord dat bijna alle landen ter wereld in Montreal hebben afgesloten, zal volgens Greenpeace geen einde maken aan de „massale uitsterving” van soorten. De organisatie vindt dat het daarvoor ontbreekt aan „ambitie, middelen en financiën”. Hoewel de organisatie ook positieve punten ziet, overheerst bij Greenpeace de kritiek.
Een belangrijk punt in het akkoord wordt 30x30 genoemd: in 2030 zou de natuur op 30 procent van het landoppervlak én in 30 procent van de wereldzeeën goed beschermd moeten worden. Greenpeace ziet een „uitgeklede” afspraak in de teksten staan, omdat volgens de organisatie niet duidelijk wordt gemaakt welke schadelijke activiteiten moeten verdwijnen uit beschermde natuurgebieden. „Zo is het slechts een hol getal, met bescherming op papier maar nergens anders.”
Positief is volgens Greenpeace wel dat de verklaring die maandag werd aangenomen expliciete erkenning bevat voor inheemse volkeren. Hun rechten worden erin benoemd en er wordt ook stilgestaan bij de kennis die zij hebben over hun leefgebied. „Inheemse bevolkingen zijn de meest kundige beschermers van de natuur”, zegt delegatieleider An Lambrechts. Ze benadrukt dat inheemse groepen hier directe financiering voor moeten krijgen.
De milieuorganisatie vreest verder voor ‘greenwashing’ via regelingen om natuurschade elders op de wereld te compenseren. Die praktijk loopt met CO2-uitstoot ook niet goed volgens Greenpeace. „Wat we daar vandaag de dag mee zien, staat nu ook op het menu voor biodiversiteit.”