Van der Burg: kabinet kan vonnis rechter asielopvang niet naleven
Het kabinet kan de bevelen uit het rechterlijk vonnis over een meer humane opvang van asielzoekers niet nakomen, schrijft staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) aan de Tweede Kamer. Hij betreurt dat zeer, maar herhaalt dat de weg uit de opvangcrisis „helaas niet van vandaag op morgen gereed” is. Het kabinet zet „alles op alles om dit zo snel als mogelijk te realiseren”.
Begin oktober kreeg het kabinet een flinke lijst aan bevelen mee van de voorzieningenrechter in de uitspraak van een zaak die VluchtelingenWerk Nederland (VWN) had aangespannen. Staat en COA voldoen niet aan Europese normen voor de menswaardige opvang van asielzoekers, oordeelde de rechter. Per direct moesten onder meer kwetsbare asielzoekers - zoals kinderen jonger dan 1 jaar en hun gezinsleden, en alleenstaande minderjarige vreemdelingen - niet meer in de crisisnoodopvang geplaatst worden. Ook op veel andere punten moesten beide partijen direct verbeteringen doorvoeren.
Onmogelijk, stelden Staat en COA, en vroegen een turbospoedappel aan. Het is volgens beide partijen „niet mogelijk om aan alle punten binnen de gestelde termijnen te voldoen”. Op 20 december volgt de uitspraak, meldt Van der Burg aan de Kamer. In de tussentijd wordt wel hard gewerkt om genoeg opvangplekken van voldoende kwaliteit te realiseren, maar dat lukt niet in de mate die de rechter heeft opgedragen.
Zo is het „onhaalbaar” om zo snel mogelijk in Ter Apel maximaal 55 minderjarige asielzoekers voor 5 dagen te huisvesten, schrijft Van der Burg. „Als gevolg van de aanhoudend hoge instroom en gebrekkige doorstroom is dit binnen de door de rechter gestelde termijnen […] een onrealistische opgave gebleken.”
Het lukt evenmin om binnen de door de rechter gestelde termijn van twee weken alle asielzoekers medisch te screenen voordat ze in een crisisnoodopvang worden geplaatst. Dit gebeurt nu bij „ongeveer de helft”, meldt de staatssecretaris. Ook kan niet aan de eis van de rechter worden voldaan om alle kinderen binnen drie maanden op een school te krijgen. „Scholen en gemeenten werken hard om alle leerlingen een goede plek in het onderwijs te bieden. In de praktijk zien we echter dat scholen en gemeenten aanlopen tegen de grenzen van wat mogelijk is.”