Economie

Verdeelde meningen over omvang volgende renteverhoging

Het tempo van de inflatie zwakt af. De jongste gegevens bieden hoop dat we de piek zijn gepasseerd. Niettemin zullen de centrale banken in de eurozone en de Verenigde Staten volgende week de rente verder verhogen. Maar met hoeveel?

Arie de Rooij
9 December 2022 15:09
ECB-president Christine Lagarde. beeld EPA, Stephanie Lecocq
ECB-president Christine Lagarde. beeld EPA, Stephanie Lecocq

Het prijspeil in ons land lag in november 9,9 procent boven het niveau van twaalf maanden geleden, meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag. Het komt erop neer dat ons geld in die periode bijna 10 procent minder waard is geworden. Het betreft nog steeds percentages om van te schrikken. We hadden ze in zo’n veertig jaar niet gezien. Maar het meest recente cijfer blijft wel stevig achter bij de 14,3 procent van oktober. Daarmee lijkt de daling ingezet. In diverse andere landen op ons continent tekent zich eveneens een knik omlaag af.

Automobilist

Met name de motorbrandstof helpt daarbij. De economische activiteit in de wereld verliest vaart. Dat tempert de vraag naar en dus de prijs van olie. Die schommelt in de buurt van 80 dollar (ongeveer 76 euro) per vat, terwijl hij afgelopen zomer soms tot boven de 120 dollar reikte. Het zorgt voor een prettige verrassing voor de automobilist: tanken is opeens een stuk goedkoper.

Verder speelt bij de afname van het inflatietempo de wijze waarop we dat berekenen een belangrijke rol. Het gaat telkens om een vergelijking met een jaar eerder. Dan kijken we nu terug naar eind 2021. Toen zaten de energietarieven al flink in de lift. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne, in februari, trad een verdere en heftige versnelling op. We relateren de komende maanden de actuele prijssituatie dus aan een steeds hoger uitgangspunt. Daardoor zal, als de rekening voor gas en stroom niet nog eens omhoog schiet, de inflatie vanzelf lager uitvallen. In de portemonnee merken we daar echter niets van, het betreft louter een statistisch effect.

Vergaderingen

Het betekent dan ook zeker niet dat de dure tijden langzamerhand tot het verleden behoren. Het totaal van de prijzen daalt immers niet. Alleen de stijging ervan vertraagt, maar ze is nog ver verwijderd van de 2 procent, de doelstelling waar de centrale banken hun monetair beleid op afstemmen.

Komende week vergaderen zij weer. Woensdagavond horen we wat de bestuurders van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed) hebben besloten. De dag erna zijn hun collega’s van de Europese Centrale Bank (ECB) aan de beurt. Dat beide instellingen de rente opnieuw naar boven zullen bijstellen, staat wel vast. De vraag luidt alleen: met hoeveel? Opnieuw 0,75 procentpunt of toch wat minder, slechts 0,5? De opmerkingen van hun kant in de voorbije weken verschaffen daarover geen helderheid. De meningen lijken verdeeld, de uitkomst van de discussie is ongewis.

Overwegingen

Waar draait het om? De inflatie blijft voorlopig veel en veel te hoog. Dat pleit voor voortzetting van de ingeslagen weg van forse stappen. Maar er zijn ook argumenten om wat gas terug te nemen. Zo vermindert, zoals we constateerden, het tempo van de geldontwaarding. Voorts brengt een steeds hogere rente het risico mee van een recessie, want de economische groei valt terug. Met tegelijk daarbij de kanttekening dat dit laatste ook de bedoeling is. Immers, minder vraag naar goederen en diensten moet erin resulteren dat de prijzen ervan tot rust komen. In het spanningsveld van deze overwegingen zullen de monetaire bestuurders de knoop doorhakken.

Voorzitter Jerome Powell van de Fed suggereerde vorige week in een toespraak dat hij de omvang van de aanpassingen wil beperken. „Het moment om te matigen, kan al in december zijn”, voegde hij daaraan toe. Tevens benadrukte hij dat er wel nog meerdere verhogingen nodig zijn om het inflatiemonster de nek om te draaien.

Haviken en duiven

In Frankfurt zitten 25 mensen aan tafel: zes directieleden plus de negentien hoofden van de nationale centrale banken in de eurozone. Onder hen zijn, zoals ze vaak worden aangeduid, haviken en duiven. Degenen van eerstgenoemde groep zijn voorstander van een harde inflatiebestrijding. De anderen, veelal afkomstig uit de zuidelijke regio’s, leggen meer accent op een soepeler geldbeleid om te vermijden dat de economie wordt afgeknepen.

De Duitse Isabel Schnabel, lid van de directie, gaf kortgeleden als haar opvatting dat de ruimte om het rustiger aan te doen met de bijstelling van de rente klein is. Zij en haar medestanders, de haviken dus, achten het niet verstandig nu al terug te schakelen.

Haar Ierse collega Philip Lane daarentegen verkondigt: de inflatiedruk moet niet overschat worden, geringere verhogingen zijn inmiddels op zijn plaats. Hij vindt onder anderen de Italiaan Fabio Panetta aan zijn zijde. Die waarschuwt om het beleid niet te baseren op een eenzijdige aandacht voor enkel de inflatierisico’s.

Signaal

Het verschil tussen 0,75 of 0,5 lijkt niet groot. Maar het zit vooral in het psychologisch signaal dat uitgaat van een keuze voor de omvang van de verhoging. Het publiek moet ervan overtuigd zijn dat de centrale bank het probleem serieus aanpakt. Dat geeft vertrouwen in uiteindelijk herstel van prijsstabiliteit en voorkomt dat partijen binnen de economie met verdere prijsstijgingen alvast voorsorteren op een aanhoudend hoge inflatie. Slechts 0,5 procentpunt erbij zou twijfel kunnen wekken over de vastberadenheid van de ECB.

President Christine Lagarde voegde bij haar aantreden in 2019 voor zichzelf een derde vogelsoort toe, die van een uil; en dat natuurlijk omdat die wijsheid wordt toegedicht. Zij mag proberen in het debat consensus te bereiken. Donderdagmiddag horen we van haar de uitkomst.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer