Meng was spil in een jarenlang slepend diplomatiek conflict tussen de VS en China. De financieel topmanager werd verdacht van fraude en samenzwering en stond bijna drie jaar onder huisarrest in Canada. De Verenigde Staten verdachten haar ervan te hebben gelogen over handelscontacten met een bedrijf uit Iran, waar Amerikaanse sancties tegen zijn ingesteld. Zo zou ze de bank HSBC hierover hebben misleid.

China was woedend over beschuldigingen tegen Meng en noemde de aanklachten „gefabriceerd” en een voorbeeld van „politiek gemotiveerde vervolging”. China arresteerde op zijn beurt in 2018 twee Canadese mannen, de zakenman Michael Spavor en zijn landgenoot Michael Kovrig op verdenking van spionage.

De VS en andere landen noemden het proces in China tegen de twee „een schaamteloze poging” om mensen te gebruiken om de eigen onderhandelingspositie te versterken.

In september vorig jaar kwam er schot in de zaak nadat Meng een overeenkomst had gesloten met de Amerikaanse justitie, die Canada om haar uitlevering had gevraagd. In ruil voor vrijlating van de topvrouw liet China de twee Canadezen vrij.