Linkse oppositie: „Klimaatbeleid bij lange na niet genoeg”
De linkse oppositiepartijen PvdA en GroenLinks hebben stevige kritiek op het klimaatbeleid van de regering. Volgens PvdA-Kamerlid Thijssen is het „bij lange na niet genoeg.”
De PvdA’er uitte zijn kritiek woensdag tijdens een debat met minister Jetten (Klimaat en Energie). Onderwerp van gesprek was de Klimaat en Energieverkenning (KEV). Daarin berekende het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) dat het kabinet met het huidige en voorgenomen beleid uitkomt op een vermindering van de CO2-uitstoot van 39 tot 50 procent ten opzichte van 1990.
Het kabinet wil de uitstoot in 2030 met zeker 55 procent hebben verlaagd. Om dat doel ook te halen als er tegenvallers zijn, mikt het op 60 procent.
CDA en VVD wezen erop dat het planbureau een deel van de plannen nog niet had doorgerekend, omdat ze nog niet voldoende zijn uitgewerkt. Wat hen betreft is het vooral zaak om daar de schouders onder te zetten. „Dat zal veel verschil maken”, zei VVD’er Erkens. „Het doel lijkt echt dichterbij te komen dan andere partijen hier suggereren.”
PvdA en GroenLinks gingen ver in hun kritiek op het klimaatbeleid. Thijssen (PvdA) maakte minister Jetten duidelijk dat volgend jaar maart wat hem betreft het ultimatum is voor de regering om plannen te presenteren die optellen tot een vermindering van de CO2-uitstoot met 60 procent. „Anders heeft de minister een groot probleem met mijn fractie”, dreigde hij. GroenLinks-Kamerlid Kröger vindt dat het kabinet „faliekant tekortschiet” en zei niet te kunnen instemmen „met een pakket dat de doelen zo hard niet haalt”.
Ook andere partijen zijn kritisch. Kamerlid Teunissen (Partij voor de Dieren) noemt het een „schertsvertoning”. Ze ziet nog veel „klimaattaboes” bij het kabinet, dat niet zou willen praten over minder vliegen en het fors verkleinen van de veestapel. Volgens Volt-Kamerlid Dassen „moeten alle alarmbellen rinkelen”.
Minister Jetten denkt dat de reductie van de CO2-uitstoot de komende jaren „waarschijnlijk hoger zal zijn dan de ramingen nu laten zien”. Dat komt volgens hem onder meer omdat allerlei landelijke en Europese plannen nog concreet moeten worden uitgewerkt.
Niet stilgezeten
„We zijn op de goede weg, maar we zijn er zeker nog niet”, erkende de minister. „We hebben zeker niet stilgezeten de laatste tijd”, voegde hij eraan toe. Jetten somde maatregelen op waar het kabinet aan werkt, zoals meer windmolens op zee, gascentrales waarvan de CO2 niet meer de lucht in gaat en afspraken die net zijn gemaakt met de glastuinbouwsector. Die heeft zich verbonden aan het doel om vanaf 2040 geen broeikasgassen meer uit te stoten.
Jetten zei „het ongeduld en chagrijn” van een deel van de Kamer te begrijpen en benadrukte dat het doel van 60 procent moet worden gehaald. Hij wees erop dat de recente doorrekening van het PBL laat zien dat we „elk jaar weer een stapje dichterbij” komen. Zo voorspelde het planbureau twee jaar geleden nog dat de uitstoot 30 tot 40 procent zou dalen tegen 2030.