„Ik wil dat eigenlijk helemaal niet”, zei Wiersma in de Tweede Kamer die de minister daarop had bevraagd. Hij vindt dat alle kinderen eigenlijk gewoon zogenoemd nieuwkomersonderwijs zouden moeten krijgen. Toch is dat op steeds meer plekken niet goed mogelijk. Hij wilde daarom weten of de Kamer het goed vindt als hij kijkt hoe tijdelijk van de normale regels afgeweken kan worden. Hij noemt dat wel een „afslag” met „dilemma’s” waar het parlement ook achter moet staan.

Kamerleden van VVD, CDA, GroenLinks en DENK uitten in het debat wel hun zorgen over zo’n tijdelijke aanpassing van de onderwijsregels, maar wachten het voorstel van de minister af. DENK-Kamerlid Stephan van Baarle vindt dat er wel een „stok achter de deur” in moet zitten voor structurele oplossingen. Hij wil dat de tijdelijke oplossing „geen geitenpaadje wordt”. Lisa Westerveld (GroenLinks) zei alleen te kunnen leven met een „noodmaatregel”.

Wiersma gaat de komende weken een voorstel uitwerken om te bespreken in de Kamer. Hij wil in de tussentijd kijken of er op plekken waar de nood nu al hoog is iets anders geregeld kan worden. De grote steden hebben gewaarschuwd dat ze wachtlijsten hebben voor deze groep kinderen. Hij wil wel voorkomen dat nog meer gemeenten om zo’n uitzonderingspositie vragen, juist omdat hij vindt dat de noodoplossing steun moet hebben van de Kamer.

Verschillende Kamerleden vroegen de minister ook of hij denkt dat de spreidingswet waar het kabinet mee bezig is, zal bijdragen aan het onderwijs voor kinderen. Het is voor de scholieren niet goed als ze vaak moeten verhuizen. René Peters (CDA) vroeg of kinderen die in een bepaalde gemeente asielopvang krijgen, daar ook kunnen blijven wonen als ze een verblijfsstatus krijgen. Die vraag kon Wiersma niet beantwoorden, vooral omdat de spreidingswet nog niet van kracht is.