Baggerstort onzeker in polder Amersfoort
De baggerberging in de polder Zevenhuizen bij Amersfoort gaat waarschijnlijk niet door. Dit ondanks de vergunning die de firma Smink vrijdag van de provincie Utrecht kreeg voor het storten.
„Het lijkt niet waarschijnlijk dat de afgegeven vergunning wordt gebruikt”, zegt wethouder mevrouw G. Eerdmans (Milieu) van Amersfoort. Gemeente en provincie hebben „voor verreweg het grootste deel van de Utrechtse bagger alternatieve stort- en verwerkingsmogelijkheden gevonden.” Wel zoeken provincie en Amersfoort verder naar alternatieven. Eerdmans: „We rekenen nu op een definitieve en positieve reactie van het Rijk.”
Het vinden van een reëel alternatief zou de aanleg van de baggerberging ten noordoosten van Amersfoort overbodig maken. Intussen blijft de provincie zitten met een geschatte hoeveelheid van 7 miljoen kubieke meter vervuilde bagger die tot 2030 wordt opgediept uit de Utrechtse wateren.
Provincie en gemeente zien graag dat het Rijk van deze 7 miljoen kuub er drie voor zijn rekening neemt. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de provincie dan nog een restant van 0,6 tot 1,6 miljoen kubieke meter vervuilde natte bagger overhoudt. Dit hopen Amersfoort en Utrecht in overleg met het Rijk en de waterschappen kwijt te kunnen in depots van de rijksoverheid en op de bestaande stortplaats van de firma Smink.
Omdat hierover nog geen zekerheid bestaat, is het nodig dat de provincie Utrecht en de gemeente Amersfoort verder praten met het Rijk en met Smink. Die gesprekken zijn er voor beide overheden op gericht een oplossing te vinden, zonder dat de baggerberging Zevenhuizen wordt aangelegd.
Na het antwoord van de minister zullen provincie en gemeente met Smink gaan praten, om te bezien of het bedrijf mogelijkheden kan bieden om de resterende bagger te verwerken of droog op te slaan. Als droog opslaan een mogelijkheid is, zou dat betekenen dat er geen nieuwe bassins hoeven te worden aangelegd voor de opslag van twee miljoen kuub.