De 88-jarige Kalesj werd verdacht van betrokkenheid bij de moord op de duizenden Joden in Letland tijdens de Tweede Wereldoorlog. De geboren Let, die na de oorlog Australiër werd, had kanker en hij leed aan de ziekte van Alzheimer.

Kalesj vocht in Australië tot het laatst tegen een eventuele uitlevering aan Letland. Hij verscheen op 23 oktober nog voor een federale rechter. Kalesj werd liggend op een bed de rechtszaal binnengereden.

In mei besloot een lagere Australische rechter dat hij uitgeleverd kon worden. Daartegen waren de advocaten van Kalesj in beroep gegaan. De 88-jarige was op borgtocht vrij en bij verbleef in een bejaardentehuis.

„Dit is een zwarte dag voor justitie omdat Kalesj het verdiend had in gevangenschap te sterven in plaats van in een bejaardenhuis”, aldus een zegsman van het Simon Wiesenthal Centre in Jeruzalem.