Laagste aantal jongeren met jeugdbescherming sinds 2015
Ruim 34.000 jongeren kregen vorig jaar jeugdbescherming. Een rechter vond dat hun veiligheid of hun ontwikkeling in gevaar was. Volgens statistiekdienst CBS is dat het laagste aantal sinds de gemeenten in 2015 verantwoordelijk werden voor jeugdzorg. Het bureau geeft geen verklaring voor de daling.
Bijna 25.000 kinderen stonden onder toezicht. Hun ouders hadden nog wel de voogdij, maar ze kregen intensieve begeleiding van de jeugdbescherming. Bij iets meer dan 9500 jongeren had de jeugdbescherming de voogdij overgenomen.
De periode waarin jeugdbescherming de voogdij heeft overgenomen van de ouders, wordt steeds langer. In 2015 duurden de maatregelen gemiddeld ruim vijf jaar, vorig jaar was dit opgelopen tot bijna zeven jaar. Jongeren die onder toezicht stonden, zaten in 2015 gemiddeld bijna drie jaar in dat traject. Dat was gedaald naar iets meer dan twee jaar in 2020, maar sindsdien is het weer gestegen naar 2,5 jaar.
Bijna 8300 jongeren moesten vorig jaar reclassering volgen omdat ze in de fout waren gegaan. Dat aantal was tussen 2015 en 2022 flink gedaald, maar neemt de laatste jaren weer wat toe. Verder kregen bijna een half miljoen jongeren vorig jaar jeugdhulp. Dit is de lichtste vorm van begeleiding. Het aantal is vergelijkbaar met het jaar ervoor.
Van de Nederlanders die jonger dan 23 zijn, krijgt een op de negen een vorm van jeugdzorg. De verschillen tussen de gemeenten zijn groot. In Tiel is dat iets meer dan 20 procent, oftewel een op de vijf. In De Bilt, Veendam, Terneuzen, Geertruidenberg en Hillegom gaat het om ruim 15 procent. Hekkensluiters zijn Staphorst (5,4 procent) en Vlieland (5 procent).