Krijn de Jong (79) overleden; „God dienen doe je met hart, mond en handen”
„Evangelisatie, hulpverlening en het profetisch geluid”: dat was de missie van Krijn de Jong. Jarenlang was hij het gezicht van Tot Heil des Volks. De inwoner van Urk overleed dinsdagochtend als gevolg van ziekte en verzwakking, 79 jaar oud.

„De zwakken in de maatschappij hadden zijn hart”, zegt Jacoline Bakker-de Borst dinsdagavond over De Jong. „Niet alleen vluchtelingen, maar ook verslaafden en mensen op straat.” Ze is bestuurslid van de stichting Ik was een vreemdeling, die in 2016 mede door De Jong was opgericht om vluchtelingen te helpen en waarvan hij tot zijn overlijden voorzitter was. Bakker: „Hij was wijs, een navolger van Jezus en iemand die zijn eigen zwakheid kende.”

Krijn de Jong werd op 2 november 1945 geboren in Dirksland. Hij groeide op in een behoudend hervormd gezin met „een lichte evangelische tic”, zoals hij later zou zeggen. Toen Krijn zes jaar was, verhuisde het gezin naar Ens, in de Noordoostpolder. Na de technische school werkte hij onder meer op de personeelsafdeling van een betonfabriek, waar hij gastarbeiders begeleidde.
Van 1972 tot 2015 werkte De Jong bij de stichting Tot Heil des Volks. Ruim tien jaar woonde hij in Amsterdam, waar hij projectleider was van het crisisopvangcentrum voor verslaafden. In 1983 verhuisde hij met zijn gezin naar Urk, waar zijn vrouw vandaan komt.
Tijdgeest
Hoewel De Jong nooit directeur was van Tot Heil des Volks, was hij jarenlang een bekend gezicht van de organisatie. Hij wist zich verbonden met de idealen van de liefdadigheidsvereniging, die in 1855 door ds. Jan de Liefde was opgericht.
In een interview met het Reformatorisch Dagblad vorig jaar zei hij daarover: „Als je helpt, moet je de hele mens in het oog houden, ook zijn ziel. En als je evangeliseert, help je tegelijk. Dat doe je in de tijd en cultuur waarin je leeft. Daar moet je duiding aan geven, waarbij je durft in te gaan tegen de tijdgeest.”
Het geestelijke en het gewone leven waren een eenheid in De Jongs geloofsbeleving. „God dienen doe je met je hart, je mond, je denken en je handen.” Hij maakte dat concreet: in 2015 kwam hij in het nieuws omdat hij met zijn vrouw ruim een jaar lang een Iraanse vluchteling in huis nam.
Het Nederlands Dagblad noemde De Jong in 2015 „een tweetalig christen: evangelisch én reformatorisch”. Naar beide kanten kon hij kritisch zijn. Reformatorische mensen hadden te weinig oog voor de gebutste naaste, in evangelische kring miste hij de ernst van de zonde. „God zegt tegen ons dat we ons moeten bekeren. Voor je het weet, zijn we beste jongens. Terwijl we boeven zijn. Verloste boeven.”
Israël
De Jong was betrokken bij het Beraad Bijbel en Homoseksualiteit, dat kort voor de eeuwwisseling werd opgericht. Hij sprak zich later kritisch uit over de in zijn ogen te weinig principiële lijn van de ChristenUnie en van Tot Heil des Volks met betrekking tot dit onderwerp.
Na zijn afscheid bij Tot Heil des Volks zette De Jong zich in voor onder meer zending, vervolgde christenen, ondersteuning van Israël en dienstbetoon aan vluchtelingen. Ook was hij redactielid van het blad Profetisch Perspectief en van het christelijke gereformeerde Kerkblad voor het Noorden en columnist voor Het Urkerland.
De Jong trouwde in 1975 met de Urkse Trijntje Ruiten. Ze ontvingen zes kinderen, van wie de oudste in 2017 door een ongeluk overleed. De Jong was lid van de christelijke gereformeerde Maranathakerk in Urk.