Vissen weten Linge weer te vinden via passage

In het riviertje in de Betuwe zijn vissoorten waargenomen die daar decennialang niet leefden. Ecoloog Bjorn Prudon van waterschap Rivierenland is dolgelukkig met de ontwikkeling.

Woensdag werd de vistrap officieel geopend. Hoewel waterschappen door het hele land de afgelopen jaren als onderdeel van de Kaderrichtlijn Water tientallen passages hebben aangelegd, is dit een van de bijzonderste. Enerzijds vanwege de lengte van 130 meter, maar zeker ook doordat ze dwars door een dijk is aangelegd. De passages worden aangebracht bij barrières in het water, zoals gemalen en stuwen. Deze blokkeren de doorgang voor vissen, waardoor hun leefgebied wordt beperkt.

„Vissen hebben een diversiteit aan plekken nodig om te overwinteren, te eten en zich voort te planten”, zegt Prudon. „Veel van die plekken zijn niet meer bereikbaar, met als gevolg dat sommige soorten op veel plaatsen niet meer voorkomen. De paling is daar een goed voorbeeld van. De afgelopen decennia is de palingstand flink achteruitgegaan.”

Zie wat een verbinding kan doen. De afgelopen twee weken deed Prudon met een grote fuik onderzoek bij de nieuwe vistrap. Hij raakte niet alleen enthousiast van het enorme aantal van 27.000 vissen dat de oversteek maakte, hij trof daarbij ook nog eens twee soorten aan die al veertig jaar niet meer in de Linge voorkwamen: de sneep en de serpeling. „Vissen die een groot leefgebied met veel stromend water nodig hebben.”

Het belang van een passage gaat verder dan enkel dat van de visstand. Nieuwe soorten hebben ook invloed op de beplanting en andere organismen in het water. Diversiteit is goed voor de biologische kwaliteit van het water. De komende maanden zal het overigens minder druk zijn in de vistrap, die uit meerdere plateaus bestaat om in behapbare stapjes het hoogteverschil te overwinnen. Dat komt doordat veel vissen al een plek hebben gezocht om de winter door te brengen.

Vissen weten Linge weer te vinden via passage

Binnenland

RD.nl in uw mailbox?