Zorgen over aanpak informeel onderwijs niet verdwenen
De Tweede Kamer eist dat het kabinet zijn plannen om toezicht te houden op islamitische weekendscholen en kerkelijk jeugdwerk, flink inperkt. Dat is een mooi begin, maar „juich niet te vroeg”.
De verontwaardiging over artikel 23 van de Grondwet vraagt van ouders die een christelijke of reformatorische school kiezen dat ze dit bewust doen. In deze collectie vindt u achtergrond- en opinieartikelen rondom dit thema.
Meer weten over de vrijheid van onderwijs? Lees het onderaan de pagina.
In de grondwet van 1848 staat al een artikel over de vrijheid van onderwijs, namelijk artikel 194. Hierin staat o.a. dat de inrichting van het onderwijs door de wet geregeld wordt, dat het geven van onderwijs vrij is, maar dat onderwijs wel onder overheidstoezicht staat.
Artikel 23 (1917), met de langste tekst van de Nederlandse grondwet, gaat in op onderwijsvrijheid. Hierin staat dat we naast openbaar onderwijs ook bijzonder onderwijs hebben, voor mensen met een bepaalde godsdienst of levensovertuiging. Verder is o.a. het volgende bepaald:
De regelgeving voor bijzonder onderwijs is te vinden in de wet op het primair onderwijs en de wet voortgezet onderwijs (https://wetten.overheid.nl/BWBR0044212/2022-08-01). Daarnaast zijn er wetten en regelingen over o.a. de leerresultaten, de beoordelingsnormen in het onderwijs, de eindexamens, bekostigingsbesluiten, de leerplichtwet, wetten voor speciaal onderwijs en hoger onderwijs etc.
In Nederland is er naast het openbaar onderwijs ook bijzonder onderwijs, waarin het onderwijs wordt ingericht op basis van een identiteit of geloofsovertuiging. Daarnaast is er ook het algemeen bijzonder onderwijs. Dat zijn scholen die een bepaalde visie hebben op opvoeding en onderwijs, bijvoorbeeld Montessorischolen.
Wat houdt onderwijsvrijheid in en waarom is het belangrijk? Vrijheid van onderwijs betekent dat iedereen in Nederland een school mag starten en dat je deze naar je eigen overtuiging mag inrichten. Je moet aan een aantal voorwaarden en aan de wettelijke eisen voldoen, dat wordt door de Inspectie van het Onderwijs onderzocht.
Als school mag je van leerlingen en docenten eisen dat ze bijvoorbeeld een reformatorische levensovertuiging hebben.
Verder hebben ouders de vrijheid om een school te kiezen voor hun kinderen. De vrijheid van onderwijs is belangrijk, omdat je zo keuzevrijheid hebt, je kunt het onderwijs kiezen dat het best past bij je overtuigingen, behoeften en waarden.
In de Tweede Kamer wordt regelmatig gedebatteerd over de vrijheid van onderwijs. In 2021 diende de PvdA een wetsvoorstel in voor wijzigingen in artikel 23. In het voorstel werd het recht voor scholen om leerlingen te weigeren op basis van levensbeschouwing ingeperkt. Het kabinet-Rutte IV zag geen noodzaak van deze wijziging. Maar de vrijheid van onderwijs blijft onder vuur liggen, omdat sommigen vinden dat het artikel in strijd is met andere waarden.
Er bestaat een aantal misvattingen over de vrijheid van onderwijs. Er wordt bijvoorbeeld gezegd dat het de kansengelijkheid vermindert. Of dat bijzondere scholen kinderen indoctrineren. Dat is niet het geval, want scholen moeten zich houden aan regels en voorschriften, zodat het onderwijs pluralistisch is en verschillende perspectieven behandelt.
Een reformatorische school mag van een docent eisen dat hij een reformatorische levensovertuiging heeft, maar hij mag een docent niet weigeren omdat hij homoseksueel is, omdat dat valt onder discriminatie. Veel mensen vinden dat je als school alle kinderen zou moeten toelaten, een open toelatingsbeleid, omdat je anders ook discrimineert.
Argumenten tegen vrijheid van onderwijs:
Argumenten voor bijzonder onderwijs:
Hoe is het in andere landen met de vrijheid van onderwijs?